271 15 FEBRUARI 1968 is gevoerd door de S, R.O.G. en de Gasunie kan er niets anders over blijven dan zich bij het feit neerleggen. Wellicht zijn echter de op merkingen uit de gemeenteraad voor de afgevaardigden van de gemeen te Breda, die toch wel ergens een bepaalde inbreng hebben, aanleiding om deze gedachten bij nieuwe besprekingen over te nemen. Overigens kan hij zich met het voorstel van burgemeester en wethouders vereni gen. De heer KRAMER zegt dat dit voorstel van burgemeester en wethou ders een voortzetting is van voorgaande regelingen. Hij vindt het bil lijk dat er een eenheidsprijs komt. Uiteraard is hij het eens met dat gene dat reeds gezegd is. Het is allemaal een beetje tegengevallen. Hij vertrouwt dat het gas niet duurder gaat worden door de inschake ling van vele distributiebedrijven. Spreker hoopt dat er zo weinig mogelijk van deze bedrijven komen. Dit zal nog duurder en remmend werken op de prijs. Als gemeenteraad zal men betrekkelijk weinig invloed kunnen uitoefenen en hij heeft er dan ook weinig van te zeggen. Ofschoon gesteld kan worden dat dit buiten de orde is zou spreker toch onder de aandacht van burgemeester en wethouders willen brengen dat hij hoopt dat in het totale beleid door alle verantwoordelijke instanties toch ook de veiligheid als een belangrijke zaak gezien wordt en niet als een bijzaak. De heer SP ANJER heeft zelf geen zitting in deze commissie, zodat hij geen besprekingen meegemaakt heeft. In het voorstel van burgemeester en wethouders ziet hij geen verband tussen inkoop- en verkoopprijs. Misschien is het niet de bedoeling ge weest, maar dan heeft hij het niet goed begrepen. Spreker heeft veel moeite met deze aardgasprijzen. Ofschoon er als gemeenteraad niet veel aan valt te veranderen, omdat het landelijk is geregeld, is spreker van mening dat te grote winsten naar de parti culiere beleggers gaan en waarbij de staat als eigenaar van het aard gas en ook de gebruikers niet voldoende aan hun trekken komen. Rekenende met een gasprijs van 25 cent per m3 voor het gewone huis houdelijk verbruik, moet het een ieder duidelijk zijn, dat men er niets wijzer van geworden is. Overigens moet spreker mededelen dat hij moeite heeft gehad met de vergoedingen, die op bladzijde 4 van het voorstel van burgemeester en wethouders zijn genoemd. Hij is gaan vermenigvuldigen en is ver baasd geweest over de kleine opbrengst, die daar in zit. Spreker vraagt zich ar of daarmede de kosten die gemaakt worden, worden goedge maakt. Wethouder GIELEN kan het standpunt van de sprekers ten aanzien van de aardgaspolitiek heel goed begrijpen, doch hij gelooft dat het een landelijk probleem is en het geluid, dat thans in deze raadzaal heeft geklonken, kan misschien toch wel nuttig zijn. Als eenling heeft de gemeente ten aanzien van de tariefstelling een zeer kleine inbreng. Spreker kan echter wel vertellen dat zijn voorganger - de heer Meijs - in het verleden in de S.R.O.G. bij het regelen van deze zaken altijd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 296