29 18 JANUARI 1968 ziening, de riolering, het vervoer worden toch ook niet geheel vrij gelaten; ook deze zijn in handen van de overheid. Het is gewoon een eis, want anders wordt de mens tot werkelijk leven onthouden. Cultuuroverdracht moet mogelijk blijven, want cultuuroverdracht is verzamelingsarbeid. Oorlogen deden en doen er geen goed aan. De overheid heeft betaald om een stuk zelfvertrouwen terug te laten ko men. Nogmaals "massa" is een gevaar, doch de cultuur biedt geluk kig op vele terreinen hulp. Door vrijetijdsbesteding als individuele mens krijgt het leven een hogere zin. Over religie en cultuur wil spreker nog enige opmerkingen maken. Al le cultuur is uit het geestelijke geworteld, is niet neutraal. In vorige eeuwen werden de grootste kunstenaars bezield door de religie. De cultuur is verder begonnen met grote waarden, zoals het geloof en vaderlandsliefde, die het leven zin en inhoud geven. De scheppings kracht mag zodoende niet vreemd zijn bij de creatieve activiteit van de mens. Voor spreker wijst het evangelie de weg naar de harmonische samenleving. De christelijke levensvisie als uitgangspunt legt verplich tingen op. De overheid dient namelijk bij het stimuleren van de cul tuuruitingen er ook zorgvuldig rekening mee te houden dat daarbij geestelijke en zedelijke normen die leven in brede lagen van het volk, niet gekwetst kunnen worden. Helaas zijn in de zogenaamde moderne samenleving minder smakelijke cultuuruitingen bekend. Dan zal echter moeten blijken of de hierbij betrokkenen als mens in zichzelf over vol doende heilzame tegenkrachten beschikken om een bepaalde ontaar ding te helpen voorkomen en zo nodig te bestrijden. Het gaat om de levensstijl en daarbij is dus het christelijk geloof niet uit de sluiten. Handelend over de nota in zijn algemeenheid stelt spreker dat met deze nota het inzicht duidelijker is geworden. Toe te juichen is de democratisering van de cultuur. Vroeger was cul tuur veelal een voorrecht van aanzienlijke standen; nu is zijns inziens de weg naar de cultuur voor velen geopend. Hij is blij dat de strek king van deze nota de garantie biedt dat er in Breda geen sprake zal zijn van klassecultuur. Het college spreekt zelf over lagen van de bevolking. Akkoord, maar er moeten nog veel mensen worden gewekt en worden geïnteresseerd. De overheid moet zich hoeden voor elke vorm van discriminatie. Het heeft spreker getroffen en hij is daar verheugd over, dat het college grote openheid toont voor de initiatieven van de jeugd. Dat is de juiste visie, het begeleiden en stimuleren kan vormend werken om volledig cultuurdrager of draagster te worden. Hij hoopt dat alle scholen en opleidingsinstituten en zij die de leiding geven daar dan ook van doordrongen zijn. Gewaakt moet immers worden voor een "brood en spelen" maatschappij. De vergelijking met de sport, zoals gesteld in de nota, vindt spreker niet helemaal juist, omdat de sportstichting een bepaald budget heeft. Dit ziet hij niet bij een van de lagere culturele organen. Dit zou hij dan ook onjuist vinden. In zijn algemeenheid geeft de nota de moge lijkheid om de ontwikkeling nauwkeurig en nauwlettend te volgende; Dit is beslist nodig voor een slagvaardig beleid. Op bladzijde 8 wordt gesproken over het marktonderzoek. Bij voor baat gaat spreker er mee akkoord al weet hij de frequentie nog niet. Hij hoopt echter niet dat iedere enquete noodzakelijk een koerswij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 29