279
15 FEBRUARI 1968
gen. In de overeenkomst staat wel dat het om niet gaat en het om niet
terugkomt, maar er zijn nu eenmaal in het geldelijk verkeer maatre
gelen nodig om onnodige onkosten te vermijden.
hl de afdelingsvergadering is het duidelijk gesteld. De complete grond-
oppervlakte wordt overgedragen en daarbij is ook de grond voor straten,
pleinen enz. en de laatste grond krijgt de gemeente om niet terug.
Spreker merkt op dat in de afdelingsvergadering vragen zijn gesteld,
die thans weer gesteld zijn, maar hij gelooft dat de wethouder zelf
die vragen kan beantwoorden.
De ontwerpkosten van het plan, die wellicht te stellen zijn op
60.000, -- heeft de gemeente gekregen voor 5.000, --. Voor dit
edrag kan het plan panklaar worden overgenomen. Het is gemakke
lijk te berekenen dat het plan, gemaakt door de eigen dienst van de
emeente, veel meer dan 5.000, -- gekost zou hebben. Daarom is
et zo jammer dat er telkens gesteld wordt dat het maar niet gedaan
moet worden omdat de gemeente er geen geld voor heeft.
Spreker gaat gaarne met het voorstel van burgemeester en wethouders
akkoord. Er blijft voor hem slechts een vraag over namelijk het plan
is in 3 fases geprogrammeerd. Er blijkt behoefte te bestaan bij de le
den van de gemeenteraad om telkens bij het bereiken van de volgende
fase deze volledig in discussie te brengen.
De heer KRAMER deelt mede dat zijn fractie het voorgestelde plan
aantrekkelijk lijkt en dat door de samenwerking met particulieren een
goed resultaat is verkregen. Het bijzonder bouwteam spreekt hem aan.
Hij heeft begrepen dat er financieel geen andere mogelijkheid is.
Spreker meent dat de wijkbewoners er verheugd over zullen zijn en de
wijk zal door het winkelcentrum een meer eigen karakter krijgen.
Zijn fractie moet echter wel constateren dat er zo langzamerhand in
Breda-Noord veel benzineverkooppunten komen.
Spreker is evenwel van mening dat dit niet direct de grootste zorg moet
zijn. Wel een grote zorg is dat de vrij drukke Doornboslaan door veel
mensen moet worden overgestoken. Hij vraagt hoe dit in de toekomst
geregeld kan worden.
Wethouder VERMEULEN zegt dat er bij zaken als deze meerdere
opstellingen, die op zich respectabel kunnen en mogen zijn, moge
lijk zijn. Op een gegeven moment moet er echter een beslissing ge
nomen worden. De geschiedenis van 'het winkelcentrum Hoge Vucht
is eigenlijk begonnen met de aanbieding door een bekend groot con
cern aan de gemeente Breda om een stedebouwkundig plan te maken.
Daarna is dit stedebouwkundig plan volledig gratis aangeboden en spre
ker kan verklaren dat genoemd concern aan ae heer Fledderus een veel
voud heeft moeten betalen van het bedrag dat in het voorstel van burge
meester en wethouders is genoemd. De moeilijkheid is dat het winkel
centrum groot van omvang is en dat er nog een groot aantal woningen
in gelegen zijn, die niet in de woningwetsector zijn te realiseren. Re
alisatie zal moeten geschieden in de vrije- of premiesector.
Om dit te kunnen doen is men afhankelijk van de medewerking van
derden, die inderdaad bereid zijn in dat winkelcentrum investeringen
te gaan plegen. Ten aanzien daarvan kan men min of meer optimis-