15 FEBRUARI 1968 280 tisch zijn en veronderstellen dat het winkelcentrum een succes zal blijken te zijn. Doch dit zal achteraf bewezen moeten worden. En ook daar kan men weer meer of minder optimistisch tegenover staan. Indien het winkelcentrum een zeker feit is en het functioneert in de eerste fase naar verwachting dan kan men redelijkerwijze aannemen dat ook de voltooiing eenvoudiger zal worden. Indien er nu een aannemer bereid is om met de gemeente dit te reali seren, dan dacht spreker dat het in de reden ligt dat men aan tafel gaat zitten en met eikaar tracht tot een regeling te komen, die dan weer wordt vastgesteld. Deze vastlegging met nog meer bepaalde ver plichtingen en rechten is vanavond aan de gemeenteraad voorgelegd. De gemeenteraad heeft thans op dit concept een aantal bemerkingen gemaakt. De heer Melzer heeft bijzonder ingehaakt op het verschij nen van benzineverkooppunten in dat winkelcentrum. Spreker is van oordeel dat er in Nederland nauwelijks een winkelcen trum van enige allure te bedenken is, waarin deze voorziening niet aanwezig is. In het voorliggende voorstel is er zelfs nog meer reden om dit verkooppunt aanwezig te doen zijn, omdat de verschijning van de benzineverkooppunten gekoppeld is aan het minimaal verrij - zen van een hoogbouw ten zuiden van de Cornelis Jooststraat, aan de oostkant van het winkelcentrum. De hoogbouw is stedebouwkundig evenals het winkelcentrum een zeer belangrijk onderdeel van het ge heel. Onder de hoogbouw zijn de bedrijfsruimten gedacht. Indien men aan bedrijfsruimten denkt ligt het voor de hand dat men aan garages denkt. Dan is het ook weer logisch dat ze daar terecht gekomen zijn en dan is er dus niets geks aan de hand. Spreker meent dat de heer Melzer dacht dat deze grond die als ondergrond dient voor deze ben zineverkooppunten, om niet ter beschikking wordt gesteld aan genoem de firma. Dit is een misverstand. In het bedrag, dat in z'n totaliteit aan die firma berekend wordt, is ook begrepen het bedrag van de on dergrond voor deze benzineverkooppunten. Nadrukkelijk is in de over eenkomst opgenomen dat deze grond niet valt onder de bepalingen van de wederinkoop van de gemeente. De wederinkoop is wettelijk begrensd tot maximaal 5 jaar, omdat de wetgever daarbij blijkbaar toch wel voor ogen heeft gestaan, dat het wederinkopen van iets uit eindelijk toch ergens een grens moet vinden. Met betrekking tot de benzineverkooppunten wil de gemeente tot op het laatste moment de mogelijkheid hebben die dingen op te ruimen, wanneer niet voldaan wordt aan de voorwaarden, die daarmede in betrekking staan. Specia listen hebben voor de gemeente uitgedokterd in welke vorm dit moet eschieden om die zekerheid tot het laatste moment in handen te heb- en. Deze zekerheid werd dan gegeven door de omstandigheid dat de ze grond niet verkocht wordt en daardoor dus altij d de mogelijkheid bestaat, zo niet aan de voorwaarden wordt voldaan, deze verkooppun ten op te heffen. De heer Melzer, zo zegt spreker, heeft ook verwezen naar de mede delingen in het voorstel van burgemeester en wethouders, waarin ge sproken wordt over een eventuele wijziging van onderdelen van deze conceptovereenkomst. Deze conceptovereenkomst is aan de raad door burgemeester en wethouders voorgelegd, omdat zij wilden weten of de raad zich hiermede in principe kan verenigen. De raad zal het kunnen billijken dat de ondernemer uiteraard ook zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 305