281 15 FEBRUARI 1968 juridische adviseurs heeft die deze overeenkomst zullen bekijken. Over de hoofdpunten van de overeenkomst is volledige overeenstemming, zodat alleen op ondergeschikte punten nog wijziging zal kunnen komen. Anderzijds hebben burgemeester en wethouders gemeend het voorstel niet langer te moeten aanhouden om de werkelijke bouwactiviteit ver der te stagneren. Deze bouwactiviteit is dus mede betrokken aan het besluit van de raad tot het aangaan van deze overeenkomst. Het brengen van wijzigingen in de overeenkomst in de vergadering van de afdeling voor openbare werken ontmoet bij spreker helemaal geen bezwaren. De heer van Banning heeft medegedeeld, zo zegt spreker, dat het bouw plan een groot aantal onzekere factoren omvat. Gaarne zou hij evenals de heer van Banning willen hebben dat het anders was. Daarom zou hij gaarne met eai voorstel van burgemeester en wethouders bij de raad gekomen zijn, waarbij een of andere belegger 50 a 60 miljoen gulden beschikbaar stelt ten einde de plannen te realiseren. De harde praktijk is nu eenmaal heden ten dage anders. Spreker durft thans al leen met 100% zekerheid te zeggen dat de eerste fase van dit plan bin nen afzienbare tijd gerealiseerd zal worden. Dit is dan het eigenlijke winkelcentrum, waaraan momenteel de grootste behoefte bestaat, ki het winkelcentrum zijn nog een aantal woongebouwen. Hiervoor moet men iedere keer weer op pad gaan om een belegger bereid te vinden daar geld in te steken. Dit zijn onzekere factoren en burgemeester en wethouders menen in deze overeenkomst, rekening houdend met deze onzekere factoren, de belangen van de gemeente zo goed mogelijk te hebben vastgelegd. Terecht heeft ae heer van Banning opgemerkt, zo zegt spreker, dat de rond in fases wordt overgedragen. Dit heeft ergens in de hoogte van e bedragen een consequentie, want in deze bedragen is een rentebe rekening opgenomen, die loopt vanaf 1 juni 1966. Deze fases houden natuurlijk ook weer voor een deel verband met de daaraan vastzitten de financiering. Bovendien is het voor de gemeente van belang de grond niet uit handen te geven, dan nadat in redelijkheid verwacht mag worden dat kort daarna met de bouw begonnen wordt. Dit is voor de gemeente ook een overweging geweest dit faseplan op te stellen. De heer van Banning heeft uitvoerig stilgestaan bij de prijs van ƒ4,-- per m2. Spreker wijst erop dat men dit niet anders moet zien dan het bedoeld te zijn. Deze grond wordt verkocht tegen de normale kostprijs. Alleen is de verdeling zodanig gemaakt dat de grondprijs wordt bere kend en de kosten van bouwrijpmaken. Thans wordt de methode ge volgd dat de aannemer alle grond, dus ook de straten enz.koopt te gen ƒ4,-- plus 600.000, -- voor geïnvesteerde kosten bouwrijpmaken. Deze kosten worden dus ten volle aan de gebruiker doorberekend. Bij een andere methode komt men op precies hetzelfde cijfer uit. Dan worden alle kosten aan de te bebouwen oppervlakte doorberekend. Spreker deelt mede, dat er dus niets bijzonders aan de hand is. Alleen de methode is afwijkend van de bestaande. Dit kan worden gedaan om dat de grond nog niet bouwrijp is en de gevolgde methode wel een kostenverlagend effect kan hebben. De heer van Banning heeft de vraag gesteld wat er nu moet gebeuren als de verkoop niet haalbaar zou zijn. Dit moet gezien worden tegen de achtergrond van de bedragen, die ge noemd zijn op pagina 4 van de bijlage. Burgemeester en wethouders zijn hiertoe gekomen om te voorkomen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 306