297
14 MAART 1968
meent, dat hij benadeeld wordt, terwijl een buurman van hem bevoor
deeld wordt. Als dit juist is, vindt spreker het niet juist om daar aan
mee te doen. Hij wil de zaak graag nader onderzoeken.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
4. INGEKOMEN STUKKEN.
De stukken onder 4 sub a tot en met p worden voor kennisgeving
aangenomen.
4p. ANTWOORDEN OP DOOR RAADSLEDEN GESTELDE VRAGEN.
VRAAG.
De heer JACOBS pleit voor een nog betere samenwerking tussen de
diensten van openbare werken en energie- en waterbedrijf. Vaak ko
men, vooral particuliere bouwers, voor onaangename verrassingen te
staan bij de plaatsing van diverse gas-, water- en elektriciteitsmeters.
Ook de aanleg en de zwaarte van kabels en leidingen, de benodigde
ontluchtingen en ventilaties scheppen vaak problemen.
Uit deze moeilijkheden zou men naar zijn mening kunnen uitkomen
als er een gemeenteverordening werd gemaakt als volgt:
"Bij de aanvrage van een bouwvergunning moet een bewijs worden o- n
vergelegd, waaruit blijkt, dat contact is opgenomen en akkoord is be
reikt met het energie- en waterbedrijf omtrent:
a. de plaats van de gas-, water- en elektriciteitsmeters;
b. de ligging en zwaarte van kabels en leidingen;
c. de nodige ontluchtingen en ventilatie voor de geiser, kachels en
centrale verwarmingsketel;
d. de aansluitkosten van elektriciteitskabels en gas- en waterleidingen.
Het bovenstaande is naar spreker's mening eenvoudig te verwezenlijken
als de dienst van openbare werken een dergelijke verklaring verlangt
van architect of bouwer alvorens een bouwvergunning af te geven.
De volgende voordelen zijn daaraan naar zijn mening verbonden:
1. De architect of bouwer is verplicht tevoren de tijd te nemen om al
le genoemde punten met het energie- en waterbedrijf door te pra
ten.
2. De eventuele aannemer weet waar hij aan toe is met de kostenbe
rekening.
3. De principaal betaalt niet te veel, omdat de kosten nauwkeurig be
rekend kunnen worden.
4. Het technisch personeel van het energie- en waterbedrijf wordt niet
meer door diverse aannemers en onderaannemers benaderd, omdat
alles duidelijk in het bestek omschreven kan worden.
5. Men komt niet meer voor gevallen, dat woningen klaar zijn en er
nog ontluchtingen of ventilatiekanalen bijgemaakt moeten worden.