33 18 JANUARI 1968 Daarmee wordt tegelijkertijd gezegd dat aan volksontwikkeling wordt gedaan. Dat is dan misschien niet in de georganiseerde vorm waarin volksontwikkeling op bepaalde scholen wordt gedoceerd. Toch spreekt duidelijk uit de nota dat het college juist als overheid actief wil bijdragen de cultuur te brengen bij al le lagen van de bevolking en niet te laten zijn het goed van kleinere groeperingen. Er is ook gesproken over de ruimtelijke accommodaties. Dat is het eerste wat bewerkt zal worden, zodra de raad aan de nota - hopelijk vanavond - haar sanc- tié zal hebben gegeven. Daarop vooruitlopend heeft het college dezelfde groep die meegewerkt heeft en die spreker bijzonder dankbaar is voor het werk dat zij met hem heeft wil len doen, deze cultuurnota tot stand te brengen reeds opgedragen zich met die ruimtelijke accommodaties in Breda bezig te houden en wel met de accommo daties, die er nu zijn en riiet die er in de toekomst zijn, te verwachten. De opmerking is gemaakt dat wanneer in de bijlage cijfers over het bezoek aan bepaalde instellingen waar cultuur wordt gegeven, worden gegeven, daar bij ook had moeten worden vermeld wat de maximale capaciteit is. Dit is naar zijn mening juist, maar dat is één van de werkzaamheden die nu gaan volgen. Voor de werkgroep die hiermee gestart is, is een van de allereerste puntemwat zijn de mogelijkheden in de accommodaties die te Breda aanwezig zijn. In de gegevens van bijlage 2 over het amateurtoneel is een fout geslopen. Er staat dat er 2 verenigingen zouden zijn, dit moet zijn 12. Er is op gewezen dat het woord "amateuristisch" wel eens een minder goede bijklank heeft. Het was waarschijnlijk verstandiger geweest wanneer daar niet was gesproken van "amateuristisch" maar in tegenstelling tot beroepsmatig van niet-beroeps- matig.Dan was duidelijker dan nu aangegeven wat de bedoeling was. Voor het creatief centrum is het inderdaad de opzet dat er daaromtrent in de loop van het jaar voorstellen worden gedaan. De raad kan zich dan uitspreken over doelstelling en wijze waarop het centrum gerealiseerd zal worden. Met de opmerking dat het aantal leerlingen harmonie en fanfare bij de mu ziekschool zo is tegengevallen, kan spreker zich verenigen. Echter zal als straks de culturele dienst er is, juist aan deze punten aandacht geschonken moeten worden. De consulent creatieve zelfwerkzaamheid wacht een zeer grote taak,speciaal ten aanzien van het niet-beroepsmatig toneel en van de niet-beroepsmatig beoefende muziek, omdat juist daar altijd twee kanten aan verbonden zijn, het leidt zowel tot actieve als tot passieve recreatie. Veel mensen die met plezier meewerken om tot een goed toneel of tot goe de muziek te komen laten weer grote groepen mensen genieten van hun pres taties. Hieraan moet dus veel aandacht worden geschonken en op haar plaats kan daarom de opmerking zijn dat de in deze sector te besteden 80. 500, -- wel een zeer mager percentage uitmaakt van de in de cultuursector terecht komende 2.300. 000, --. Overigens is het door afronding 5°]o, het percenta ge ligt tussen de 4 en 5. De vraag over het Begijnhof is een der punten die in de loop van dit jaar of in de toekomst aan de raad zullen worden voorgelegd. De vraag wordt na tuurlijk meer gesteld: "Wat zal de toekomst van het mooie Begijnhof zijn, waar nog 8 begijntjes wonen?" Gehoopt wordt dat het nog kan worden behouden, maar met welke bestemming? Dit punt verlangt nog nadere studie en overleg. Omtrent Ensemble kan spreker op dit moment niets mededelen. Men is er druk mee bezig, er zijn nog geen besluiten gevallen, maar er is nog alle tijd. Er is hier een besluit genomen om in elk geval nog 1 jaar nk 1 sep tember 1968 de zaak voort te zetten. Het college zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 33