315 14 MAART 1968 bedrag is alleen bestemd voor het aanbrengen van voorzieningen ron dom het gebouw. Aan het adres van mevrouw Jager zegt spreker dat er, voordat overwo gen werd dit gebouw op te knappen, diverse onderzoekingen hebben plaatsgehad en dat daaruit is gebleken, dat het gebouw nog jaren mee zal kunnen. Spreker is zelf ook diverse malen in het gebouw geweest en hoewel hij niet deskundig is, heeft hij de indruk gekregen, dat het een stevig gebouw is, dat als school slechts afgeschaft is, omdat het uit verkeersoogpunt gezien verschrikkelijk ongunstig gelegen is en ook in verband met het feit dat het vlak tegen de spoorlijn aanligt. Aan de heer Woestenberg antwoordt spreker, dat alle gemeenschapshui zen, die er in de stad zijn, bestemd zijn voor alle burgers van de stad, van welke denkrichting of godsdienst zij ook zijn. Een stichting krijgt nooit het beheer over zo'n gebouw als het dit niet zonder meer accep teert. Tot mevrouw Jager zegt spreker nog, dat voor een bedrag van 108.000,- nergens in de stad een goédkoper gemeenschapshuis gebouwd kan wor den. Hij herinnert eraan, dat voor het gebouw in Wisselaar kortgeleden nog meer dan 125.000, beschikbaar gesteld is en dat het gebouw daar, qua ruimte en grootte en functies veel minder betekende, danhet gebouw, waarvan hier sprake is. Als een nieuw gemeenschapshuis ge bouwd zou moeten worden met evenveel ruimte en evenveel mogelijk heden als hier, dan zou men een bedrag van 600.000, -- nodig heb ben in plaats van 120.000, --. Jarenlang bestaan er al plannen om in het Brabantpark een nieuw ge meenschapshuis te bouwen, maar er komt daar weinig van de grond. Dat ligt enigszins ook aan de uitbreiding van de stad en ook omdat het Brabantpark "an sich" niet zo hard een gemeenschapshuis nodig heeft, dan de gezamenlijke wijk Brabantpark/Heusdenhout. Dit voorstel is echt met de nodige zorgvuldigheid en in overeenstem ming met het stichtingsbestuur tot stand gekomen. Voor wat de suggestie van de heer van Gastel betreft zegt spreker, dat het gemeentebestuur daar niet zo maar zonder meer tegen is, maar het is er ook niet enthousiast voor. Het college is namelijk bang, dat het werk dat dan zou gebeuren niet de nodige aandacht zou krijgen. Hij gelooft wel er met openbare werken over te zullen praten, maar hij denkt niet dat de dienst er veel voor zal voelen, te meer omdat die verantwoordelijk is voor het werk. Als openbare werken akkoord is, is hij bereid dit aan het college voor te stellen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 38. HET VERLENEN VAN SUBSIDIE IN DE RESTAURATIES VAN EEN VIERTAL OP DE DEFINITIEVE MONUMENTENLIJST GEPLAATSTE PANDEN. 39. HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VER WERVING VAN ONROEREND GOED. 40. VERKOOP VAN EEN PERCEEL GROND, GELEGEN AAN DE LUNEN- BURGSTRAAT AAN F.A. VAN DEN BERG.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 340