329
18 APRIL 1968
de geboden medewerking om dat plein weer op orde te brengen. Zij
hoopt dat het publiek zich er nu bij aan zal passen.
De heer KROON zegt dat onder 3r een mededeling van het college
1S> aan de raad is opgenomen inzake het instituut van de sociale raadslie
den. Hij vraagt of het goed is dat hij hier bij behandeling van de agen
da op terugkomt. Hij stelt tevens vast dat het betreffende stuk wel laat
is ontvangen.
Wethouder VAN BOXTEL bevestigt dit, er was namelijk een kleine
storing in de regie. De stukken behorende bij deze mededeling aan de
raad, zijn wel toegezonden aan de leden van de afdeling, doch abusie
velijk niet aan de leden van de raad. Dit is later gecorrigeerd. Voor de
late toezending biedt spreker excuus aan.
De heer KROON moet zeggen het erg te vinden dat dit stuk zo laat
in zijn bezit is gekomen, want hij acht die instelling van de sociale
raadslieden hier toch wel gewenst. Dat neemt niet weg dat hij het door
het college ingenomen standpunt wel wil onderschrijven. Hij wil hier
echter wel een bedenking bij maken, met name dat dit standpunt niet
voor te lange duur wordt ingenomen.
Is het niet mogelijk om deze zaak volgend jaar opnieuw te bezien?
Zoals de situatie nu is, wil spreker het college volgen, maar het is
goed mogelijk dat de ontwikkelingen van dien aard zijn dat men na een
jaar kan zeggen dat het toch wel gunstig lijkt over te gaan tot instel
ling van dit instituut. Dit te meer omdat het nu alleen maar mogelijk
is summier over het voorstel te spreken omdat het zo laat bij de leden
van de raad is gekomen.
De heer BA RIJ wil graag hetgeen de heer Kroon heeft gezegd onder
schrijven. In het stuk staat dat er op het ogenblik geen behoefte zou
zijn aan deze sociale raadslieden omdat de burger gemakkelijk zijn
weg zou kunnen vinden. Spreker vraagt zich echt wel af of dat wel zo
is, hij meent dat men niet zo gemakkelijk zijn weg zou kunnen vinden,
zeker niet tot de oplossing van problemen komt, die men in dit stuk aan
een sociale raadsman toedenkt. Hij meent ook dat de mensen - waar
van het college zegt dat zij die taken op dit ogenblik wel opvangen -
beslist niet gekwalificeerd zijn om de taken van die sociale raadsman
op te vangen. Er zal in de toekomst aan die lieden zeer wel behoefte
kunnen bestaan.
Met de heer Kroon vraagt spreker daarom de zaak volgend jaar nog
eens aan de orde te willen stellen.
Wethouder VAN BOXTEL zegt begonnen te zijn met zijn excuses
aan te bieden dat dit stuk zo laat in het bezit van de raadsleden is
gekomen. Hij wil niet in herhaling treden, maar er wel aan de andere
i kant op attenderen, dat het stuk wel ter visie lag en er dus kennis van
kon worden genomen.
Het is geen verstrekkend besluit dat aan de raad wordt gevraagd en er wordt
ook geen uitspraak voor onbeperkte of onbepaalde tijd in géd&an.Wat hier is