340 18 APRIL 1968 markten, maar wel die rampspoedige, alles vernietigende branden die in het verleden hebben plaatsgevonden. Een was er van een dergelijke calamiteuze omvang, dat de Bredase burgerij om de slag te boven te komen van hogerhand belastingvrijdom ontving, waarschijnlijk van de gedachte uitgaande dat twee rampen tegelijk niet te doorstaan zijn. Nu is men tegenwoordig wel geneigd om te zeggen: in onze verlichte en efficiënte tijden kan zoiets niet meer voorkomen. De omvang van de brand van i'Innovation in Brussel, de vele felle uitslaande branden het laatste jaar in ons eigen land en ook hier ter plaatse: de gevaren de branden van Mermans-verfwinkel, van Vroom en Dreesmann en meest recentelijk van het Zuid, die leren wel anders. En als het college van burgemeester en wethouders derhalve het redu ceren van het aantal kramen op de Grote Markt voorstelt in verband met de brandbeveiliging van de Bredase binnenstad, dan staat de raad hier geheel achter» In dit opzicht wordt volledig gedeeld in de be zorgdheid van het college. Spreker is erkentelijk voor de zorg, dat wil zeggen voor het onderkennen van de noodzaak van maatregelèn op basis van deskundig advies. Begrepen is dat daaruit voortvloeit een reductie op de Grote Markt van een aantal kramen van naar hij meent van ongeveer 200 naar 150. Ten aanzien van het tweede aspect van veiligheid is spreker minder onder de indruk, namelijk de verkeersveiligheid. Blijft er verkeer gaan over het Kasteelplein, over de Markt en over de Veemarktstraat op dinsdag- en vrijdagochtend? Is dat onvermijdelijk? Het is hem niet ge heel duidelijk geworden uit de beantwoording van de door hem in de vorige raadsvergadering gestelde vragen. Er wordt aldoor over het jaar 2000 gesproken en men is ervan overtuigd - om veel dichter bij te blij ven over een jaar of 10 - dat wil de binnenstad leefbaar blijven, dat dan die binnenstad toch in een tiental jaren voetgangersdomein zal moeten worden met slechts de mogelijkheid voor toe- en afvoer op bepaalde tijden voor de daarin liggende winkels en bedrijven. Spreker vraagt zich af waarom die maatregel van afsluiten nh al niet voor de dinsdag- en vrijdagochtend kan worden genomen. Het teveel aan kra men zou dan immers op het Kerkplein en eventueel in de Veemarkt straat geplaatst kunnen worden. Dan blijft - en daar gaat het om - de markt een eenheid. Dat is van belang voor de huisvrouwen, voor de consument, maar in feite ook van bijzonder grote betekenis voor de koopman. Het is eigenlijk jammer dat de afdeling voor economische, zaken uit de raad er nog niet is, omdat dit agendapunt erzo vlug is» Nu is het spreker wel bekend dat het geen macro-economische kwes tie is, maar het zou misschien wel een leuke introductie bij het pu bliek zijn geweest als nu juist deze raadsafdeling hierover burgemees ter en wethouders nader had kunnen adviseren. Als de eenheid van de markt, overlopend in Kerkplein of Kerkplein en Veemarktstraat om redenen die spreker nog graag wil vernemen niet mogelijk is, dan vraagt hij zich toch af waarom het college geen re ductie van het aantal kraampjes heeft willen toepassen. Er staan er momenteel zoals gezegd een kleine 200 in 4 rijen van 50. Hij heeft I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 365