36
18 JANUARI 1968
wel op schema 1, maar is daarna niet meer te vinden bij de Unie
van Oranjesteden, afdeling Breda. Hier gaat toch in samenspel ge
werkt worden, er wordt toch niet naast elkaar gewerkt? Hij weet wel
dat de wethouder direct zal toegeven dat dit niet de bedoeling is.
Maar is er al een formule gevonden hoe? Gaat de werkgroep zich ook
bezighouden met het formuleren hoe als het ware deze zaken op ple
zierige manier in elkaar gepast zullen worden?
De wethouder heeft ook nog gewezen op de educatieve, de cultuur-
bewarende en overdragende taak van het archief. Het zal de wethou
der naar spreker's mening niet verbazen wanneer hij stelt dat dit pas
het derde en laatste punt is van het artikel van de heer Rengelink.
Daarvóór wordt uitdrukkelijk gesproken van de conserverende taak
van oude stukken, hetgeen impliceert administratieve activiteit en de
toegankelijkheid van de stukken ter wille van gynaecologisch onder
zoek, etc. etc. Als tweede taak ziet de heer Rengelink de research-
ta'ak ter zake van de stedelijke of gewestelijke geschiedenis en dan
ook de steun die daarbij verleend wordt aan bezoekers die de steun
van de raadplegende archivaris of zijn assistenten verwachten. In
derde instantie komt tenslotte de educatieve taak. Als het archief
werkelijk bedoeld was in andere zin dan kan men het er toch over
eens zijn dat de hele uitrusting totaal anders zou moeten zijn. En als
de wethouder hiermee bedoelde te zeggen dat hij het archief een
heel andere uitrusting wil gaan geven dan zal er toch wel echt even
over budgettering moeten worden gepraat.
Spreker vond het prettig van de heer Kramer te horen hoe deze van
uit zijn protestantse visie dacht over de overheidsactiviteiten op cul
tureel gebied, naast alle andere activiteiten van riolering, enz.
Spreker miste de scholen even, maar dat zal hij net niet gehoord
hebben.
Anderzijds vraagt spreker zich toch wel af of de heer von Schmid
niet teveel in patronen denkt. Ditmaal zou hij die misschien foutie
ve stereotiepe patronen mogen noemen. Hiermede bedoelt spreker
dat de heer von Schmid de liberalen ziet als conservatief. Hij heeft
echter niet gevraagd of de overheid zou gaan bepalen wat de cultuur
moet zijn, maar dat de overheid zou erkennen dat alle veredelde
activiteiten van de Bredase en de Nederlandse burger cultuur is.
De heer KRAMER dankt de wethouder voor de toezeggingen. Hij
wil liever zeggen bepaalde toezeggingen, want heel goed is te be
grijpen dat bij het bespreken van zo'n rapport niet tot iedere kern
van iedere zaak kan wórden gekomen.
Dat het culturele streekorgaan niet uitgesloten is, vindt spreker pret
tig. Op deze manier kunnen de wensen of mogelijkheden misschien
toch op hun plaats komen.
Spreker betuigt ook zijn dank voor de toezegging voor zittingname
in het beleidsadviesorgaan.
Dit is in protestants-christelijke kring reeds lang een wens.
Dankbaar is spreker er ook voor dat er functiebeschrijvingen komen,
maar bij alle dank eri bij allé "eens zijn" moét niet worden Vergeten
dat er toch nog altijd een laag percentage is voor de creatieve zelf
werkzaamheid. Goed moet worden gerealiseerd dat de benoeming van
een consulent een zeer belangrijke en geen gemakkelijke zaak is.