345 18 APRIL 1968 De heer BA YENS wil op de eerste plaats het college erkentelijk be tonen dat het deze zaak toch in de raad wil brengen. Hij is er erg dank baar voor dat deze zaak eens echt openlijk besproken kan worden. Spreker wil dan even voorbijgaan aan de verschillende perspublikaties die de laatste weken zijn verschenen en waarbij verschillende sugges ties zijn gedaan. De heren van der Werff en Woestenberg hebben daar op gedoeld. Er is daar gesproken van de Markendaalseweg, de Oude Vest en van het Breda-Nil-terrein. De heer Woestenberg heeft zojuist al gezegd dat hij weet dat het college daar tegen is. Ook spreker zal de laatste zijn die er voor is, dat de markt van de Markt verdwijnt. Het is een stuk fol klore, hetgeen voor de Bredase bevolking - en in de komende maanden voor het toerisme - moet worden behouden. Door de drukte bevordert de markt gezelligheid en natuurlijk ook de kooplust. Dit laatste is van het meeste belang voor de mensen die op de markt staan. Met iedereen gaat spreker akkoord met de noodzaak van brandveilig heid. Dit moet prioriteit hebben, dat is de laatste jaren wel bewezen. De markt kan op bepaalde momenten gevaarlijk worden. Men kan wel zeggen dat het 60 jaar goed is gegaan, maar het is ook een keer gebeurd dat er op de Grote Markt een grote brand was. Er moe' ten wel maatregelen worden getroffen. Vraag is hoe zij zullen worden getroffen. Spreker sluit zich volkomen aan bij de woorden van de heer van der Werff. Zou het niet prettig zijn als duidelijk zou worden aan gegeven hoe de situatie nu zal gaan worden, hoe komen de kramen te staan? Als spreker het goed heeft begrepen zal er aan beide zijden van de Grote Markt een verplaatsing nodig zijn. Komt er nu dan aan beide zijden een ruime rijstrook zodat het verkeer daar een doorgang kan vinden? Vermoedelijk zullen er dan dranghekken moeten komen. Spre ker vraagt op deze vragen een duidelijk antwoord. De heren van der Werff en Woestenberg hebben ook al gedoeld op een uitbreiding van de markt in de richting van de Veemarktstraat en het Kerkplein. Hem is een suggestie gedaan - al ziet hij er zelf wel bezwa ren in - de Halstraat erbij te trekken. Nu wordt er natuurlijk direct aan het verkeer gedacht. Ook spreker meent dat dit een moeilijkheid kan zijn, maar misschien kan men het verkeer omleggen en dan blijft de markt "de Markt". Naar zijn mening moet het aantal kramen van 190 naar 150, Dit kan natuurlijk zoals is voorgesteld door een gedeelte naar elders, in casu het Kasteelplein, te verplaatsen. Is het nu echter werkelijk onderzocht of alle kooplieden die een dubbele of misschien wel een driedubbele kraam hebben bereid zouden zijn tot één kraam terug te gaan en als dat zou kunnen, hoe loopt het aantal dan terug? Hoeveel kramen worden er dan ingekrompen? Het kan natuurlijk wel moeilijkheden geven, een textielhandelaar heeft in zijn branche mis schien een groter assortiment aan te bieden dan een groentehandelaar, hoewel die ook nogal wat soorten aan de consument heeft te geven. Is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 370