349 18 APRIL 1968 van de markt over te plaatsen naar het Kasteelplein. De heer van der Werff heeft gedacht waarom nu die groente,dan brengt men schei ding, het zou namelijk ook anders gekund hebben: een deel groente, een deel textiel en een deel van iets anders zou daar geplaatst kunnen worden. Het zou ook een mogelijkheid zijn; waarom deze branche dan? Omdat dan natuurlijk het verschil van de marktplaats - Kasteelplein of Grote Markt - met betrekking tot de branches veel sterker zou zijn. Dan zou namelijk de plaats van groente op de Grote Markt of op het Kasteelplein en dat geldt ook voor de textiel of wat ook, nog meer discriminatiegevoelens hebben opgewekt dan wanneer men een bran che in zijn volledige totaliteit zou overplaatsen. Dat betekent dat voor groente en fruit men altijd op het Kasteelplein is aangewezen, zelfs zo dat de standwerkers niet in de gelegenheid zijn gesteld om op die plaatsen bepaalde produkten tegen spectaculaire prijzen te slijten. Uitgesloten.' De branche volledig, aldus het oordeel van het college. Het heeft zich daarbij wel gerealiseerd dat die maatregel wel pijn zou veroorzaken en dat er wel ongenoegen van zou komen. De heer Woestenberg wil spreker toegeven dat de kwestie niet met de kermis is te vergelijken. Maar eigenlijk was hier wel hetzelfde dat de exploitanten gezegd hebben dat als de kermis verplaatst zou worden dit de dood voor de Bredase kermis zou betekenen. Als men nu luistert hoort men van de vaklui dat men maar eens in Breda moet gaan kijken, want de Bredase kermis heeft de eerste plaats onder de Nederlandse kermissen. Maar - en dat is heel goed te begrijpen en ook bij het college bestaat daar volledig begrip voor - men kent de situatie, men staat op een vertrouwde plaats, men kent de hele zaak en men weet niet wat de andere plaats zal brengen. Dit brengt psychologische twijfels met zich mee. De markt wordt in het hart van de stad op volle capaciteit ge handhaafd. 80"Jo van de erbij betrokkenen kunnen hun plaats behouden. Het college heeft dus aangekondigd dat het graag bereid is deze aan gelegenheid met de mensen te bespreken indien het daar bericht van zou hebben ontvangen. Er is gereageerd met een brief van de Neder landse Katholieke Bond van de Markt-, Straat- en Rivierhandel, waar in werd gezegd dat de zaak uitvoerig was besproken en dat men tot de conclusie was gekomen dat de door het college gekozen oplossing in de gegeven situatie de beste is. Er is een brief ontvangen van de Ne derlandse Bond van Markt- en Straathandel, die zegt eigenlijk aan dat gesprek geen behoefte te hebben. Het heeft er met de vaste standhouders over gepraat en die vonden dat het principe van het college de meest aanvaardbare oplossing is. De Centrale Vereniging voor ambulante zaken stelde een bespreking op prijs en het college heeft onmiddellijk aan dat verzoek gehoor gege ven. De vereniging is voor een bespreking uitgenodigd en men begon deze met te zeggen: "We zijn het er niet mee eens". Het college heeft toen gevraagd wat er dan voor keuze gemaakt zou worden, want een keuze zal er gemaakt moeten worden. Toen heeft men gezegd: Verplaatsing in zijn totaliteit en daarbij zijn zelfs plaat-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 374