3S4 18 APRIL 1968 eenheid van de markt in zijn totaliteit heeft het college in de markt- verordening wel degelijk op een gegeven moment een mogelijkheid. Spreker geeft toe dat daar het probleem bij komt - de wethouder heeft dat zeer duidelijk gesteld - dat dan met veel meer instanties moest worden gepraat en dat dan wellicht van de meerderheid van de instan ties, als zijnde mogelijk gelieerde partijen, een gemakkelijke weige ring zou krijgen. Tot slot wil spreker nog een punt bespreken. Hij meent dat het voorstel dat het geacht medelid de heer van Caulil om er een deugd van te ma ken, enigszins door de tijd is achterhaald. Eens is het zo geweest dat men met mooie gietijzeren constructies kwam, waarin dan de ventre de Paris of zoiets kon worden opgevoerd, tnaar zelfs in Parijs worden op het ogenblik de Hallen gesloten. Spreker is van mening dat het het beste is de markt te laten functioneren zoals ze nu werkt. Een totaal overkoepelende passage is niet meer geheel van deze tijd, afgezien van de financiële investering, waar spreker's fractie wel enigszins zor gelijk naar zou kijken, want de marktkooplieden zelf zullen het niet kunnen betalen. De heer WOESTENBERG constateert dat men iemand woorden in de mond kan leggen, maar dat men ook iemand de woorden uit de mond kan halen of woorden of voorstellen van anderen over kan nemen. Ove rigens niet zo elegant; Spreker zou willen vragen waarom dan in andere gevallen wèl een gezond en normaal vooroverleg plaats kan vinden met de direct-betrokkenen. Die zijn helemaal niet bij het plan betrokken geweest. Er werd zojuist gesproken over een emotioneel vlak. Daar kan men hier of daar wel emotioneel over denken en men kan er ook een grapje over maken. In een door de groente- en fruithandelaren zelf belegde vergadering kon men horen dat de heer Pardoel de kortste weg had gevraagd van het Station naar de Grote Markt, omdat hij die eigenlijk niet wist te lig gen. Als dit dan een vertegenwoordigeris van mensen die op de markt staan, dan protesteert spreker hiertegen, dan wil hij zeggen dat dit geen vertegenwoordiger is, het is een toeval dat deze man daar heeft gezeten als voorzitter van een vereniging. Het is echter een fout ge weest van deze markthandelaren zelf, zij hadden zelf een eigen af vaardiging moeten sturen. Daarom wil spreker vragen of het niet mo gelijk is alsnog met een afvaardiging van bijvoorbeeld 5 personen een onderhoud te hebben. Misschien kan er dan een oplossing komen door de derde mogelijkheid van kramen in de Veemarktstraat. Er is zoveel verward, maar spreker wil toch wel zeggen dat hij hier toch wel een vreemde klank hoort die men 'niet heeft willen uiten op die openbare vergadering, waar hij zelf ook aanwezig was. Er werd gewoon gezegd welke mogelijkheden er waren en dat ze geen gewelddaden moesten plegen omdat dit fout is voor hemzelf en voor iedereen. Er is op gewe zen dat hier tegenover staat dat in een democratisch land de mogelijk heid tot een normaal overleg openstaat en dat als dit niet kan plaats vinden, er wel andere mogelijkheden zijn. Over deze mogelijkheden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 379