18 JANUARI 1968 37 Daar hangt veel van af. Tenslotte brengt hij dank aan de heer van der Werff omdat ook deze zich zelfs nog bezorgd maakt voor het protestants-christelijk geluid. Zelf heeft spreker zich bijna zorgen gemaakt over het liberale geluid; er zijn zoveel mensen aan te pas gekomen, maar daar wil hij het niet over hebben. De heer VAN DER WERFF zegt: "Niet allemaal liberaal". De heer KRAMER vraagt hoe het mogelijk zou kunnen zijn dat de protestants-christelijke groep de scholen zou kunnen vergeten. Inder daad heeft hij deze genoemd. De heer VON SCHMID wil nog even opmerken dat het liberale ge drag op zichzelf in principe positief is. Hij kan er echter ook niets aan doen dat de liberalen er vaak blijk van geven inderdaad stereotyp te denken. Dat is nu eenmaal iets wat op je afkomt en daar reageert men op. Spreker heeft nog een enkele vraag en dat is waarom de heer van der Werff zo'n enorm lange redevoering heeft gehouden over alles wat cultuur betreft als hij alles in één enkele zin aan de wethouder had kunnen vragen. Wethouder GIELEN zegt te weten dat de heer van Dun reeds vroe ger over de Nassau-Breda-prijs heeft gesproken. Die prijs zou moeten stimuleren tot het geven van opdrachten. Daar is toen op geantwoord dat het college van mening was dat de Nassau-Breda-prijs daarvoor niet dienstig is. Blijft de vraag of het op den duur wenselijk kan zijn tot een dergelijke stimuleringsprijs te komen of wel voor de Nassau- Breda-prijs een ander instituut te formuleren. Dat is een zaak waarop hij nu geen antwoord wil geven, het is een vraag die het college in overweging kan nemen. De door de heer van der Werff gestelde vraag over de verhouding Turfschip en V.V.V. is naar spreker's mening niet zo'n moeilijke. Het Turfschip wordt op het ogenblik gebouwd - er wordt thans zelfs zwaar geheid - en te hopen is dat het een groot succes zal worden. Spreker kan zich zeer wel voorstellen dat ook in het Turfschip in de toekomst bepaalde culturele uitingen zullen plaatsvinden. Gezorgd moet echter worden dat ieder blijft bij de hem gestelde taak. Het Turfschip zal dus ook ruimte voor cultuur moeten bieden, hetzelfde geldt voor de V.V.V. Maar ook hier geldt schoenmaker blijf bij je leest. De een heeft een uitgesproken taak op dit terrein, de ander een uitgesproken taak op een ander terrein, maar tussen beide kan toch een zeer goed overleg zijn en er behoeven geen botsingen plaats te vinden. Aan de top komt er een raad van advies, aan de bodem een raad van overleg. Voor te stellen is dat personen die op dit terrein een inbreng zouden kunnen hebben in die raad zouden kunnen worden opgenomen. De heer van der Werff heeft, naar spreker's mening, bedoeld dat de ruimere taak van de werkgroep niet alleen zal zijn het bestuderen van de aanwezige accommodaties. Hij zegt ook: laat die werkgroep ook be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 37