363
18 APRIL 1968
20. VERHOGING KREDIET VOOR DE AANLEG VAN DE RIOOLWATER-
AFVOERLEIDING.
De heer VAN LOON meent dat het goed is dat er iets over dit voor
stel wordt gezegd. Al verschillende keren is er een krediet verstrekt
voor de uitvoering van de rioolwaterafvoerleiding. Nu wordt er weder
om een krediet gevraagd van 9.721.000,
Het gaat uiteindelijk om een verhoging van de raming met
1.744.000, Een verdere specificatie van dit bedrag geeft in on
derdelen de volgende herziening:
De raming van onderdeel A is verhoogd met een bedrag van 90. 000,
Dat betreft het demonteren van de pompinstallatie bij het Stenen Hoofd;
het opruimen van de tijdelijke rioolleiding naar de Krouwelaarhaven;
het plaatsen van een rioolschuif en het leveren en plaatsen van een
derde pomp in het gemaal Emerweg. Hij vraagt zich wel af of ge
noemde meerkosten in redelijkheid geheel of gedeeltelijk ten laste
van de rioolwaterafvoerleiding kunnen worden gebracht. Het zijn een
aantal kosten die "niet direct verband houden met het afvoeren van het
rioolwater.
De kosten van onderdeel B zijn met een bedrag van 29. 000, -- ver
laagd, evenals de kosten van onderdeel BI die met f 13. 000, -- ver
laagd zijn kunnen worden.
De kosten van post C zijn precies gelijk aan het bedrag van de ra
mingen. De raming van onderdeel D is weliswaar met een bedrag van
29.000, -- overschreden, maar spreker acht dit bij een gecompli
ceerd werk als het maken van een zinker onder de Mark zeer wel ac
ceptabel.
Rest nog de meerkosten van onderdeel E, welke raming met een be
drag van 1.667.000, - -is verhoogd. Uit nadere specificatie blijkt
dat de posten 2 en 3 hoger worden geraamd met een bedrag van
280. 000, -- voor het ophogen, ontwateren en beplanten van het ter
rein van de rioolwaterzuivering» In een gesprek dat spreker hierover
met de wethouder mocht hebben heeft hij hierop een nadere toelich
ting gekregen. Daaruit is hem gebleken dat men een terrein van 5 ha.
moet beplanten,hetgeen tóch Vel belangrijke kosten' rhet zich meebrengt.
Post 4 van dit onderdeel is met een bedrag van 27.000, -- verhoogd.
Naar spreker's mening is dit bij dit soort werk een normale overschrij
ding. 116.000, -- bedraagt de overschrijding van post 5. Een enan-
der blijkt het gevolg te zijn van enig meerwerk en de verrekening van
loon- en prijsstijgingen. Post 6 geeft enige moeilijkheid. Die wordt
namelijk overschreden met een bedrag van 282. 000, --. De mede
deling op pagina 3 van het voorstel, dat in december 1966 de raming
van 2. 665. 000, -- zou hebben bedragen, is niet juist. Dat dient te
zijn een bedrag van 2.420. 000, --, omdat een bedrag van 245.000, -
aan voorbereidingshonorarium en toezichtkosten in 1966 onder post 12
is opgenomen. Er is hier dus een verschil van f 282. 000, -- waarvoor