369 18 APRIL 1968 13,3 cent. Hij moet zeggen dit toch wel een beangstigende stijging te vinden. Graag zou hij willen weten of er voor dit grote verschil een motivering is. De heer MELZER ziet dit voorstel als een logische consequentie van een reeds eerder genomen raadsbesluit, maar het heeft hem toch wel genoegen gedaan dat de heer van Loon zich bijzonder ongerust toont over de kostenontwikkeling. Dit doet hem bijzonder genoegen, omdat hij meent bij de behandeling van het rapport openbaar vervoer duide lijk te hebben gesteld dat zijns inziens de stadsbusdienst zoals die nu georganiseerd is, voor de gemeente tot grotere financiële consequen ties zal leiden dan dat bij een gescheiden bedrijf zou bestaan. Spreker heeft namelijk sterk het idee dat Breda voor een onevenredig groot deel moet meebetalen aan overheadkosten van de B.B.A. En om dit nader te kunnen bekijken vindt hij het wel bijzonder nuttig dat de vra gen van de heer van Loon uitvoerig beantwoord zullen worden. Wat meer gedetailleerde cijfers zullen bijzonder op prijs worden gesteld. De heer KROON zegt dat het voorstel er uiteindelijk op neerkomt dat de raad het geraamde verlies van 223.000, -- gaat voteren. Dit betekent dat het in de gemeentebegroting geraamd bedrag met 73. 000, -- moet worden#Verhee#é# Bij het lezen van de stukken is het spreker opgevallen dat door de B.B.A. in het begeleidend schrijven eigenlijk wordt gesuggereerd dat verliezen kunnen worden opgevangen door een betrekkelijk geringe verhoging van de tarieven. Men stelt ook dat hogere tariefstellingafstotendkar werken, maar gezien het geringe verschil zou dit hier niet voorkomen. Men verwacht hiervan zelfs een meeropbrengst van 50. 000, waar door het verhoogde aandeel van de gemeente van 73.000, -- terug gebracht kan worden op 23. 000, --. Het is spreker niet duidelijk waarom het college niet is ingegaan op de van de zijde van de B.B.A» in overweging gegeven suggestie om een vrij geringe verhoging van 0,05 per enkele rit toe te passen. Dit te meer omdat de lijnen aanzienlijk verlengd zijn waardoor de dienst verlening is toegenomen. Voor het publiek zal deze tariefsverhoging naar spreker's mening geen bezwaar zijn. Door deze wijze van hande len kan het verlies aanzienlijk worden verminderd. Wethouder VERMEULEN wil, zonder de betekenis van de door de heer van Loon vanavond geproduceerde cijfers in het minst in twijfel te stellen, toch beginnen met de discussie terug te brengen tot het punt waarover de raad moet besluiten. Dit zal voor de helderheid van de discussie alleen maar gunstig werken. Het is namelijk zo dat op basis van een concessie aan de B.B.A. is afgesproken dat de gemeente be reid is op een tevoren door die exploitatiemaatschappij ingediende begroting garant te zijn om een verlies te dekken tot een vooraf vast gesteld maximaal bedrag. Nu stuurt die B.B.A. dus, om aan die voor waarde te voldoen een begroting voor 1968. In het voorstel is uitge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 394