384 18 APRIL 1968 men. Het college is aan het bezien of er accommodaties moeten wor den gevormd en of er nog meer voorzieningen worden getroffen dan er reeds zijn. In de jaren 1962-1968 zijn er toch wel wat voorzieningen bijgekomen, het moet toch nog bekend zijn dat er eens keet over een keet is geweest. Er is volgens spreker toch wel meer gedaan dan de heer Spanjer suggereert. Hem kan direct worden toegegeven dat het nog te weinig is. Het college moet inventariseren, wat het moet doen en ook wat gebeurt. Er kunnen niet zo maar her en der gebouwen wor den gezet zonder dat bekend is of er een doelmatig en efficiënt ge bruik van wordt gemaakt. Voor er dus verder op de uitgetekende weg wordt gegaan, moet eerst nog eens worden onderzocht hoe het gebruik zal liggen, hoe groot dit zal zijn en of het rendabel in de zin van het gebruik wordt. Dat een jeugdhuis financieel rendabel is, is iets wat nooit zal zijn te bereiken. Gewezen is op de wenselijkheid van het betrekken van jongeren bij beleidsadviezen en bij het uitvoeren. Spreker zou willen beginnen met te stellen dat het geen eenvoudige zaak is om jongeren te vinden die bereid en bekwaam zijn om te leren mee te sturen. Dat neemt na tuurlijk niet weg dat niet de uiterste best wordt gedaan ze te vinden. Er zullen allerlei figuren aan moeten werken, maar speciaal het jeugd- en jongerencentrum, omdat in de jeugdnota is gesteld dat er vóór 1 ja nuari 1969 een bestuur moet zijn, wat driedimensionaal moet zijn. Er zullen dus verschillende werkgroepen en werksoorten in vertegen woordigd moeten zijn. Ook zullen er de verschillende denkrichtingen en levensbeschouwingen in moeten worden vertegenwoordigd. In de derde dimensie moeten zowel de ouderen als de jongeren in hun tota liteit worden opgenomen, Naar spreker's mening is het nu de taak van het huidige bestuur om in het jongerencentrum jongeren te betrekken. Natuurlijk zal het col lege bij een aanbeveling van de raad zijn uiterste best doen te berei ken om bij de zeven leden wat jongeren te doen toevoegen. Dat is ook het doel van het college en als het wordt bereikt zal het er erg geluk kig mee zijn. Bovendien is er die link al gelegd. Drie leden zullen op aanbeveling van het jeugd- en jongerencentrum voor de jeugdadviesraad worden voorgedragen om door het college te worden benoemd. Daarmee wordt bereikt dat ook de jongeren in de jeugd adviesraad worden betrokken. Bovendien is duidelijk in de jeugdnota en in het reglement van de jeugd adviesraad vastgesteld dat deze raad zich zal laten bijstaan door des kundigen uit de sportsector, uit de sector van het maatschappelijk werk en uit de sector van het jeugdleven zelf. Spreker is erg verheugd met de gebleken instemming voor de scheiding van beleid en uitvoering. Dit is eigenlijk voor het college een grote vraag geweest en er is nogal veel over gediscussieerd. Hij is blij dat de raad het college hierin zo bijzonder volgt. Gevraagd is waarom nu niet de relatie is gelegd tussen sport/cultuur/ onderwijs/politie/rijk/bedrijfsleven enz. Daar wil spreker op antwoor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 409