386 18 APRIL 1968 te bepalen dat goedkeuring of wijziging op bepalingen in de subsidiere geling moet worden opgenomen, Als men daar mededeling van doet, zou dat hetzelfde effect hebben. Wethouder VAN BIJNEN heeft hiertegen bezwaar. De gemeente heeft in dit centrum zoveel geïnvesteerd en gesubsidieerd dat het bijna onmogelijk is om dit zo maar aan een stichtingsbestuur over te laten. Niet alleen vanwege het feit dat er zoveel is geïnvesteerd en gesubsi dieerd, maar ook omdat zo'n belangrijke taak aan het uitvoeringsorgaan is overgedragen. Spreker meent dat het voor het gemeentebestuur een onverantwoorde zaak zou zijn als het niet op de hoogte zou zijn, wat voor zou kunnen komen als het geen goedkeuring zou moeten verlenen aan wijziging van de statuten. Bovendien is het niet logisch dat als men wel de stichtingsakte en de samenstelling van het bestuur zou goedvin den, de wijziging daarop niet door het gemeentebestuur zou worden goedgekeurd. Spreker ziet niet in waarom het één dan wel ën het ande re dan niet. Men moet duidelijk zien dat als het een formaliteit is, het er een is voor altijd. Dat is echt geen probleem. Wanneer het een echt zwaar wichtige zaak is, dan kan het college er gewoon niet langs heen. Bij het jeugd- en jongerencentrum zal veel aan vorming moeten wor den gedaan. De mogelijkheid daartoe staat in de jeugdsubsidiëring open. De heer Kramer heeft regelmatig over de rechtspositieregeling gespro ken. Van gemeentewege is een goede rechtspositieregeling geschapen. Spreker geeft toe dat er nog andere mogelijkheden overweging verdie nen, zoals de ziektekostenregeling, maar dat is iets van latere tijd. In de jeugdadviesraad hebben zeven leden zitting, door de raad op voor dracht van het college te benoemen. Artikel 5 van het reglement voor de jeugdadviesraad handelt over het aftreden. De leden hebben zitting voor vier jaren en zijn éénmaal herbenoembaar. In lid c) wordt gezegd: "Tussentijds benoemde leden hebben zitting tot het tijdstip waarop de gene voor wie men in de plaats is getreden, zou zijn afgetreden". Vol gens de heer Kramer zou daar bij moeten komen: en die dan weer ter stond herbenoembaar en niet voor de tijd die dat lid zou hebben moe ten zitten. Spreker meent dat in de samenhang van artikel 3 en 5 alles is besloten en hij gelooft dat dit niet moet worden gewijzigd. Op deze wijze is op de beste manier voorzien. De heer QUADEKKER wil in verband met de heersende temperatuur alleen vragen om in deze ruimtebiedende gelegenheid wat meer frisse lucht te latën komen. Mevrouw JaGER heeft gelezen dat er drie jongeren in de jeugdad viesraad komen. Men zal zich moeten realiseren dat deze jongeren vaak door hun studie verhinderd zijn. Men zou dus eigenlijk plaatsver vangers moeten benoemen, zodat het contact blijft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 411