387 18 APRIL 1968 Tevens wil zij opmerken dat haar fractie het volkomen eens is met de bepaling dat het college inspraak heeft met de verandering van de sta tuten. De heer KRAMER zegt in bijna alles met de wethouder eens te zijn. Alleen niet over de bepaling van artikel 5, dat ligt niet goed. Zoals het er nu staat hebben tussentijds benoemde leden zitting tot het tijd stip waarop degene voor wie men heeft plaatsgenomen, zou zijn afge treden. Als men in de adviesraad zou zitten - en men kan daar maxi maal 8 jaar zitten - en men had 7 jaar en 11 maanden zitting geno men, dan kan zijn plaatsvervanger er dan 1 maand zijn en, zoals het er nu ligt, dan mag hij niet meer terugkomen. Dit had er beslist bij moeten worden geregeld. Helemaal eens is spreker het met de aandacht voor de inspraak van jonge bestuurders. Voor een ding wil hij nog aandacht vragen, er zijn absoluut raakvlakken tussen jeugdwerk en cultuur. Er moet echter voor worden gezorgd dat de coördinatie niet langs elkaar heen gaat. De heer VAN GASTEL dankt voor de zeer uitvoerig gegeven toe lichting. De wethouder is echter nog niet ingegaan op zijn opmerking met betrekking tot het waken tegen te grote professionalisering in de jeugdsector. Ten aanzien van de ruimtelijke accommodaties heeft spreker gezegd dat wordt gehoopt het resultaat van de studie binnen niet al te lange tijd voorgelegd te krijgen. In verband met de vraag of de sport, in de betekenis van spel, niet tussen wal en schip zal raken is spreker het eens met de wethouder wanneer deze stelt dat sport een afzonderlijke zaak is die bij een an dere nota zit. Dit is een andere subsidieregeling, maar dat is ook sport in de zin van spel. Spreker heeft beluisterd dat er voor het groepssubsidie een soepel over- gangsbeleid zal worden gevoerd. De wethouder zei er wel bij dat ze daarbij wel moeten kunnen aanto nen dat ze activiteiten gepleegd hebben. Spreker zou deze beperking liever niet horen en haar daarom laten ver vallen. Hij had zijn vraag toegespitst om het groepssubsidie waarop men voor 1968 had gerekend, ook bij niet vervullen van activiteiten toch toe te kennen waardoor het groepssubsidie op andere wijze wordt gebruikt. Uiteraard is spreker erg ingenomen met de wijziging van de pensioen voorziening en dat daarvoor andere sociale voorzieningen voor in de plaats zijn gekomen. Niet eens is hij het ermee, dat de stichtingsstatuten goedkeuring behoe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 412