390 18 APRIL 1968 staat dat het verboden is om woonruimte in gebruik te nemen zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders. Het wil hem voorkomen dat het college niet mag zeggen dat het de wet en de bepalingen van de wet afschaft. Men kan zich hier natuurlijk de vraag stellen of het een academisch geval is. Spreker kan daar de consequenties niet van overzien, maar zou erop willen wijzen dat op overtreding van artikel 1 van de woonruimtewet nog steeds een boete van 3. 000, -- of drie maanden hechtenis staat. Wanneer de officier van justitie een Macht bereikt dat deze bepaling niet wordt nageko men, zal hij er niet onderuit kunnen Om tot vervolging over te gaan, hij is eenvoudig verplicht toe te zien op naleving van de wet. Bovendien zegt spreker de consequenties niet te kunnen overzien van her feit dat iemand die zonder vergunning in een woning zit daar on rechtmatig in zit, aangezien de wet uitdrukkelijk zegt dat het verbo den is een woning te betrekken zonder schriftelijke vergunning. De heer VAN BANNING zegt dat het lijkt of er nauwelijks nog spra ke is van woningnood voor de categorie huurders die 135, -- of meer per maand kunnen betalen. Dat is een verheugend verschijnsel. Meer bedroevend is dat juist in de groep van de financieel zwakken in onze samenleving volgens de gegevens van de sociografische dienst nog honderden woningzoekenden zijn, waarvan nog tientallen urgentë en zelfs eën aantal zeer urgente gevallen. Ook in de sector van de goedkopere woningen verdwijnen steeds meer huizen als gevolg van de sanering. Zijns inziens is het daarom juist te achten dat het vergun ningsstelsel van de woonruimtewet 1947 voor deze categorie voorals nog wordt gehandhaafd. Gelet op de omstandigheid dat het woningnoodprobleem voor de groep inwoners van Breda met de laagste inkomstenklasse blijft voortduren, is spreker van mening dat bij de bepaling van het huisvestingsbeleid ook aan de nood van deze groep woningzoekenden bijzondere aandacht moet worden besteed. Hierbij verheelt hij zich niet dat het voor het college voor het huidige onmogelijk is voor de hele groep een oplossing te vinden. Spreker zou echter toch in overweging willen geven de ontwikkeling in de naaste toekomst zeer nauwlettend te volgen. De heer VAN WERKHOOVEN zegt dat deze mededeling door zijn fractie met groot genoegen is ontvangen. Een lid van zijn fractie heeft hiervan ook al mededeling in de afdelingsvergadering gedaan. Toch zijn er nog vragen gerezen. Toen hij het stuk kreeg, dacht spre ker dat nu eindelijk na 23 jaren volksvijand no. 1 ging verdwijnen, wel niet ineens, maar toch met rasse schreden. Hij werd eigenlijk erg; te leurgesteld toen hij de cijfers van het huisvestingsbureau over maart bekeek. Het bleek dat er in maart 135 woningzoekenden waren bijge komen, een cijfer wat haast nooit is bereikt. Nu is hem bekend dat dit cijfer eigenlijk wat geforceerd is; 7 h 8 jaar geleden daalde men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 415