392
18 APRIL 1968
eens zijn, alsmede met het beleid dat het college voornemens is te
gaan voeren. Hij heeft, toen hij de stukken las, de cijfers per 1 maart
gezien. Er blijken nog 584 gevallen te zijn die vallen onder urgent,
zeer urgent en medische gevallen. Het zou toch wel wenselijk zijn als
de raad weet hoeveel van die 584 gevallen er zijn die per sé vallen in
de categorie beneden de 135,
Mevrouw STOCKMANN sluit zich helemaal aan bij het idee en de
zorg van de heer van Banning. De mensen die maar 100, -- aanhuur
kunnen betalen zijn er wel heel slecht aan toe. Is er nu stedebouwkun
dig geen mogelijkheid - zonder de schoonheid van de stad aan te tas
ten - grote elementen of keuzewoningen te bouwen? Is dit een onmo
gelijkheid of is het überhaupt niet mogelijk dit soort huizen te bou
wen?
Wethouder VAN BOXTEL zegt dat het bij het door de heer Barijten
tonele gevoerde artikel 1 van de woonruimtewet moeilijk is met de
heer Barij van mening te verschillen.
Spreker realiseert zich wel dat de heer Barij dit punt vanuit een zeer
specialistische deskundigheid aanvoert. Hij is echter toch zo vrij -
misschien is dat wel pretentieus - om te veronderstellen dat het door
hem aan de orde gestelde thema een beetje op academische wijze
wordt aangevoerd. De heer Barij zal het daar waarschijnlijk niet mee
eens zijn, maar tot nog toe meent het college te mogen zeggen dat
het verantwoord is het risico te nemen, gegeven het feit dat de prak
tijk het college toch wel in deze richting drijft. Hier is bepaald geen
novum; zelfs niet in de oude situatie, waarin ook al een aantal wo
ningen was vrij gelaten, is er ooit een rechterlijk geding over geweest.
Spreker wil ook wijzen op de situatie in veel andere steden in Neder
land en ook op de zeer recente uitlating van de minister van volkshuis
vesting, waarin hij spreekt over een meer soepel beleid in de toepas
sing van de artikelen van de woonruimtewet. Spreker kan zich nau
welijks voorstellen dat het gevaar dat de heer Barij althans in theorie
aanwezig acht in de praktijk zo'n verschrikkelijke omvang zal aanne
men. Mocht dat zich onverhoopt een keer voordoen dan zal het colle
ge natuurlijk graag gebruik maken van de in deze ruimte aanwezige
specialisten om het mede uit zo'n situatie te redden. Hij ziet daar nog
wel mogelijkheden zitten. Van de veronderstelling mag toch worden
uitgegaan dat bij rechtspraak het huurcontract zal prevaleren, dit is
immers'het belangrijkste uitgangspunt. Daarnaast is het achteraf le
galiseren, dus het afgeven van een verklaring in een situatie waarin
dat gewenst is, een van de facultatieve mogelijkheden. Het college
zal echter niet schromen zich tot specialisten te wenden, wanneer
zich een situatie zou voordoen zoals de heer Barij heeft gedacht.
Overigens moet spreker het eerste geval nog zien aankomen. Aan die
uitzonderingsgevallen moet toch een gehele regeling niet worden op
gehangen.
Het college deelt de zorg van de heer van Banning. Spreker gelooft
niet dat men vanavond in discussie moet treden om mogelijkheden die