393 18 APRIL 1968 daarvoor nader zullen moeten worden onderzocht. Van de andere kant moet niet alleen de schaduwzijde van deze aangelegenheid wor den gezien. Het is de vaste overtuiging van het college dat naarma te de woningvoorraad zich ter plaatse zal uitbreiden dit verschijnsel ook nieuwe aspecten zal krijgen. Het aantal woningzoekenden in de lage huurcategorie is ook geen absoluut gegeven. Er zijn er die niet kunnen en er zijn er die niet willen betalen. Hun aantallen zijn niet uiteengerafeld. Het college heeft dit ook voor deze gelegenheid niet speciaal laten doen omdat het dacht dat het tegen de achtergrond van deze mededeling betrekkelijk weinig zin zou hebben. Naarmate er meer ruimte komt, een grotere marge tussen woningvoorraad en wo ningbehoefte, zal dat verschijnsel naar stellige overtuiging ook een heel andere dimensie gaan krijgen. Het is echter vandaag niet te voorspellen hoe zich dit nu exact gaat ontwikkelen. Aan de andere kant is het ook zo dat - met alle zorg die ervoor is - nog moet worden vastgesteld dat er niets aan kan worden gedaan. Ter zake van de keuzewoningen kan spreker nog het volgende opmerken. Het vorig kabinet heeft nog maatregelen in het uitzicht gesteld, zoals bijvoorbeeld de huurbelasting. Dit vraagstuk moet speciaal de aan dacht hebben van de centrale overheid, plaatselijk kan men dit pro bleem alleen maar aan in de confrontatie van woningvoorraad en woningbehoefte. Dit is een heel moeilijk te verwezenlijken zaak, wanneer het tenminste over de erg lage huurcategorie gaat. Beneden de 100, -- huur per maand is het vrijwel onmogelijk om te bouwen. De bezetting van het huisvestingsbureau is al sinds jaren kwantitatief zeer gering, zoals wellicht bekend zal zijn. Achteraf heeft het col lege bepaald geen spijt dat dit personeelsbeleid ten aanzien van het huisvestingsbureau is gevoerd. Met de zittende mankracht, overigens ingebed in de apparatuur van de sociale dienst, zal men de restanten die tijdelijk bij de gemeente blijven liggen, wel aankunnen. Op pagina 2 van de mededeling is vermeld dat de door de heer van Werkhooven bedoelde woningen van meer dan 135, -- per maand zullen worden verhuurd door het gemeentelijk woningbedrijf, dat re kening moet houden met door het college te geven aanwijzingen. Deze zijn inmiddels gegeven. Iedereen zal er even aan moeten wennen dat de gemeente zich niet anders met het huisvestingsbeleid gaat inlaten dan als eigenaresse van woningen. Het zal moeilijk zijn zich hierin ineens te verplaatsen, maar ook de geleidelijke overgang zal echt wel uitwijzen, dat naar normale verhoudingen wordt gegroeid. Daarover moet men zich al leen maar verheugen; het college verwacht echt niet dat daar kort sluiting zal optreden. Het college zal nauwlettend volgen hoe zich nauwlettend volgen hoe zich dat binnen de dienst voltrekt. Zou daar een misser optreden dan is het college echt mans genoeg om te zeg gen welke oplossing hiervoor zal worden gezocht. Spreker wil erop attenderen dat deze regeling duidelijk het karakter van een over gangsregeling heeft omdat op dit moment niet bekend is wat er zal gebeuren als bijvoorbeeld op 1 januari 1969 of later de huurliberali-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 418