395
18 APRIL 1968
komen in een goedkopere, direct na de oorlog gebouwde, woning.
De heer BARIJ zegt helemaal niet tegen het beleid te zijn wat in
de mededeling is neergelegd, integendeel, hij is het er helemaal mee
eens. Hij wil alleen maar zeggen dat het absurd is, wanneer het col
lege zegt dat het vergunningsstelsel van de woonruimtewet voor deze
woningen wordt afgeschaft.
Dat kan het college niet en dat kan de minister ook niet. Spreker
vraagt zich af waarom het college het niet aldus formuleert: "De ver
eiste vergunning wordt desgevraagd afgegeven, zonder nader onder
zoek in te stellen". Dan wordt het beleid overeenkomstig de wet ge
formuleerd en niet tegen de wet, zoals nu wordt gedaan.
De heer VAN BANNING zegt dat het duidelijk is, dat de mensen
die op een basisloon staan - een minimumloon - onmogelijk een huur
kunnen betalen van 135, -- of meer, hetgeen méér dan een week
loon per maand zou betekenen. Dat kan niet. Het zal wel een boven-
gemeentelijke aangelegenheid worden, maar er zou voor deze men
sen op moeten worden geattendeerd, dat hier misschien een rijksrege
ling uitkomst zou bieden.
Wethouder VAN BOXTEL ontraadt op de suggestie van de heer Ba-
rij in te gaan. Hij ziet hieruit een hele papieren rompslomp ontstaan,
waarvan het college - ook in het kader van de aansporing van de heer
van Werkhooven inzake bureaucratie - zich zo graag van wil distan-
ciëren. Naar spreker's mening moet het college opteren voor het risi
co dat er ooit een academisch twistgesprek gaat plaatsvinden over een
mogelijke toewijzing die ten onrechte zou zijn gedaan.
Wanneer het spreker regardeert moet hij zeggen dat hij drie maanden
vakantie neemt in plaats van 5.000, -- te betalen.
Hierna wordt de mededeling voor kennisgeving aangenomen.
48. VOEREN VAN VERWEER TEGEN EEN UITGEBRACHTE DAGVAAR
DING (P.STIENEN).
49. WIJZIGING REGLEMENT ARCHIEF.
50. OVERBRENGEN VAN GRONDPERCELEN VAN HET GRONDBEDRIJF
NAAR DE ALGEMENE DIENST.
51. VERHOGING KREDIET VOOR DE BOUW VAN DE BEATRIXBRUG.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
RONDVRAAG.
De heer VAN DER WERFF vraagt of het juist is dat het energie- en
waterbedrijf de voorgenomen enquête reeds heeft ingesteld bij diege-