404
16 MEI 1968
Tegenwoordig: MEVR. TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, MEVR. W.
TaGER-MIDDELBEEK, MEVR. S. C. M. KRENS-WAGTMANS, MEVR. M.
W.B.A.VAN MIERLO-MUTSAERS, MEVR. O. M. C. STOCKMANN- VAN
DER KALLEN en de heren: L. A.M. VAN BANNING, MR. G.W.A.BARIJ,
J. E. F. BA YENS, H. BIEMANS, W. C. A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS,
J.L. G.BROOIMANS, J. M. VAN BÏJNEN, P. J. VAN CAULIL, J.P.A.VAN
DUN, C.A.VAN DUIJL, J. W.A. VAN GASTEL, MR. R. A.H. M. GIELEN,
J.P.M.GOOS, A.M.DE GIJSEL, A.P.JACOBS, A.B.KRAMER, A.KROON,
A.W.VAN LOON, A.M.H.W.VAN DE MEERENDONK, F.J.MELZER,
A.H. W.M.DE RAAFF, JHR. DRS. F.A.VON SCHMID, A.SPANJER,
J. F. V.VERMEULEN, DRS. Y. P. W. VAN DER WERFF, F. VAN WERKHOO-
VEN, F.C. M. WIERCKX, J. WOESTENBERG, W. VAN DER ZWAN.
Afwezig: de heren JANSEN en QUADEKKER.
Voorzitter: de heer IR. W. J.L. J. MERKX.
Secretaris: de heer MR. J. J. G. M. WALENKAMP.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van or
de voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van: de heer Quadekker.
De VOORZITTER zegt:
Op 3 mei is op 84-jarige leeftijd overleden Broeder Cajetanus.
Broeder Cajetanus was vooral in onderwijskringen maar ook daarbuiten
een zeer gewaardeerd Bredanaar.
Bij gelegenheid van het eeuwfeest van de Congregatie der Broeders van
de Onbevlekte Ontvangenis te Huibergen is hem de erepenning in
brons van onze stad uitgereikt.
Zijn grote verdiensten voor de opvoeding en vorming van vele Breda-
naars is onbetwistbaar.
Wij herdenken hem met groot respect en in dankbaarheid.
Alvorens tot behandeling van de agenda over te gaan zegt de VOOR
ZITTER het volgende:
Dames en heren leden van de gemeenteraad van Breda, ik stel er prijs
op U - mede namens het college van burgemeester en wethouders - te
informeren over een aantal zakén, die voor West-Brabant en voor onze
gemeente van groot belang zijn.
Het is vooral de laatste maanden duidelijk geworden dat West-Brabant
steeds meer is komen te verkeren in de nationale en internationale be
langensfeer.
Er bestaan voor deze stellingname enkele duidelijke aanwijzingen.
Een daarvan is onlangs neergelegd in de nota "Verkenningen van enke
le aspecten van de ontwikkelingsmogelijkheden van zeehavens in het
Deltagebied". De taakstelling, die in dit zogenaamd "groene boekje"
voor de periode 1968-1980 wordt gesteld, houdt onder andere in de in-