405 16 MEI 1968 richting van terreinen op de noord-westelijke oever van Noord-Brabant voor afgeleide industrieën. Voorts worden in dezelfde publikatie toe te juichen andere mogelijk heden ook in West-Brabant aangegeven, waarvan de realisering op lan gere termijn gestalte moet krijgen. De ontwikkelingen, alsmede de laatste mededelingen van de minister van defensie en de minister van verkeer en waterstaat over de vlieg veldensituatie in West-Brabant waren voor mij aanleiding op korte ter mijn een poging te doen tot een West-Brabants beraad te komen. Ik meende ook dat zich nu vooral de gelegenheid voordeed West-Bra bant als eenheid te presenteren en dat het al dan niet slagen van deze presentatie van doorslaggevende betekenis zou zijn voor de beantwoor ding van de vraag of dit gebied ïri zijn geheel een betekenisvolle in breng kan hebben bij het economisch gebeuren in westelijk en zuid Nederland. Aan het overleg, dat op maandag 13 mei 1968 heeft plaatsgevonden, hebben 12 gemeenten deelgenomen; eensdeels waren dit burèemeesters die reeds op enigerlei wijze bij het Westbrabants overleg betrokken waren, anderdeels waren hierbij als vanzelfsprekend de gemeenten aanwezig, waarin zich de Moerdijkontwikkeling voltrekt. Het overleg heeft geleid tot de navolgende conclusies. Met betrekking tot de vestiging van Shell-Chemie in Moerdijk is vast gesteld dat: 1. het tekort aan arbeidsplaatsen in West-Brabant een sterke behoefte schept aan stuwende werkgelegenheid; 2. een vestiging van een stuwende industrie als Shell-Chemie op korte termijn in Moerdijk ten zeerste wordt toegejuicht; 3. aan rijks- en provinciale overheid gevraagd zal worden al het mo gelijke te doen om de vestiging van Shell-Chemie in Moerdijk te bevorderen. In verband met de relatie Zekluza-gemeenten en overig West-Brabant is: 1. het grote belang van de ontwikkeling in de Moerdijk voor West- Brabant erkend; 2. onderschreven, dat de potenties van overig West-Brabant, inzonder heid van de zogenaamde stedenrug met in dit verband Roosendaal en vooral Breda als dominanten, van onmiskenbare betekenis zijn voor de ontwikkeling van het Moerdijkplan; 3. besloten dat de Zekluza-gemeenten zich op korte termijn zullen beraden over de bestuurlijke vorm, waarin aan de duidelijke rela tie tussen de Zekluza-gemeenten en overige West-Brabant inhoud kan worden gegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 430