414 16 MEI 1968 genomen: a. door de directeur van de stadsschouwburg is in "De Stem" van 11 april een redactioneel stuk van 10 cm. hoogte goed zichtbaar ge plaatst; b. een extra vermelding in de wekelijkse agenda-advertentie van "De Stem"'van woensdag 17 april 1968; de dag waarop het publiek er aan gewend is dat de wekelijkse agenda van de stadsschouwburg in de krant staat; c. aan de omroepverenigingen, die op 17 april uitzonden, is de wij ziging doorgegeven» Na de nieuwslezing van 7 uur is via de radio deze wijziging uitgezonden; d. aan alle abonnementhouders van het toneelabonnement serie B is een schrijven uitgegaan, waarin mededeling is gedaan dat de voor stelling is verplaatst naar maandag 29 april 1968. Hierop is goed gereageerd. Abusievelijk is verzuimd het met doorgaan van de voorstelling te ver melden op de affiches, aangebracht bij de stadsschouwburg. Ondanks de ruime publiciteit, die gegeven is aan het afgelasten van de voorstelling, is niet te vermijden dat de berichtgeving tot een aantal personen niet doordringt. Op de avond van de 17e april bleef dit beperkt tot 7 personen, waar van er 4 van buiten Breda kwamen. De heer WOESTENBERG zegt, dat zijn vraag om op de Haagdijk een blauwe zone in te voeren, niet wordt ingewilligd." Het mag dan al zo zijn, dat er een onderzoek heeft plaatsgehad, hij heeft niet ge hoord dat er bij de bewoners navraag is gedaan ook niet bij de winke liers. Praktisch 99<7o van de winkeliers en 90°]o van de bewoners is voor in- voering van een blauwe zone. De bewoners zelf mogen hierbij toch ook inspraak hebben meent hij. Er is nu een beslissing genomen op een door de politie ingesteld onderzoek. Spreker weet zeker, dat aan de mensen, die daar een bedrijf uitoefenen niets gevraagd is en deze mensen zijn allemaal stuk voor stuk voorstander van een blauwe zone. Hij vraagt dit verzoek opnieuw in behandeling te willen nemen. De VOORZITTER zegt deze opmerking te beschouwen als een nieuwe vraag, die door het college schriftelijk zal worden beantwoord. Hierna wordt punt 3a voor kennisgeving aangenomen. De VOORZITTER stelt nu de brief van de groente- en fruithande laren aan de orde. Wethouder BROEDERS zegt in zijn toelichting zeer kort te kunnen zijn, omdat de kwestie van de groente- en fruitmarkt in de vorige vergadering zeer uitvoerig aan de orde is geweest. Het feit dat er nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 439