419 16 MEI 1968 hinderd" Spreker begrijpt dat het om het brood van deze mensen gaat en hij meende, dat daarmede wel degelijk rekening gehouden was, omdat deze mensen zelf bij de verplaatsing inspraak hadden gehad. De heer Woestenberg, zegt spreker, meent dat hij alle mogelijke opmerkingen hier mag maken maar hij moet daarbij niet vergeten, dat hij hier ook zit als bestuurder van deze stad en dat schijnt hij nogal eens te verge ten. De heer Woestenberg dient eraan mede te werken, dat het bestuur van deze stad goed functioneert, daarvoor heeft hij zijn atnbtseed af gelegd. Het lijkt er meer op dat de heer Woestenberg graag in troebel water vist. Dat is al eerder gebleken en dan gaat hij alle mogelijke uitingen doen aan het adres van het college, die volkomen buiten de zaak staan. Vorige maal heeft spreker ook gesteld, dat er emotioneel over deze zaak gedacht en ook wel geschreven is. Nog kort geleden heeft hij een prof gehoord over de publiciteitsmedia en met name over de pers, die zei, dat de pers eigenlijk objectief dient weer te geven wat er ge beurt en dat ze daarró commentaar dient te geven. Tegenwoordig wordt het commentaar in de berichtgeving verwerkt. Als hij nu weer "De Stem" leest, dan staat daar: "Mislukking door de gemeente erkend". "Groentemarkt verdwijnt van het Kasteelplein". Het college heeft slechts toegezegd, dat alle mogelijkheden zullen worden onderzocht en daarom vindt hij deze krantekop ook weer ten dentieus. Men dient objectief weer te geven hoe de situatie is, doch wat er nu in de krant staat is weer niet objectief, want hier wordt bij de groen tehandelaren de verwachting gewekt, dat de groentemarkt weer naar de Grote Markt toe zal gaan en dat hij van het Kasteelplein zal ver dwijnen. Spreker las ook in de krant, dat de heer Brooimans sociaal bewogen is met het lot van de groentehandelaren. Hij kan dat begrijpen en dat is hij zelf ook, wanneer er werkelijk aangetoond wordt, dat deze groen tehandelaren daar niet aan hun trekken komen. Er zal dan iets moeten gebeuren, maar dan in behoorlijk overleg en het overleg heeft plaats gehad en is ook voor de toekomst toegezegd. We moeten niet vergeten, zegt spreker, dat deze zaak eigenlijk alleen het college regardeert en dat de raad er wel over kan praten, maar dat het college straks dient te beslissén en dat men zijn plaats dient te we ten. Spreker is blij, dat het college weer overleg heeft gepleegd met de groentehandelaren en hij hoopt, dat er met behoud van de brand veiligheid en de verkeersveiligheid en het goed functioneren van de markt een oplossing zal worden gevonden, waarmede ook de groente handelaren blij zijn. De heer VAN CAULIL zegt, dat aan de ene kant gevraagd wordt zo snel mogelijk een oplossing te realiseren en dat aan de andere kanteen oplossing gevraagd wordt, die zo doelmatig mogelijk moet zijn. Hij vindt, dat dit een emotioneel benaderen van de zaak is en daarom vraagt hij het college tijdelijk terug te keren naar de oude situatie en dan op een iets langere termijn te trachten tot een permanente oplos-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 444