420 16 MEI 1968 sing te komen en dan in overleg met alle belanghebbenden. Mogelijk kan men dan iets degelijks creëren waarmede iedereen tevreden zal zijn. De heer SPANJER zegt het niet zinvol te achten als in de raad over een oplossing gepraat wordt. Dit is een zaak, die de raad niet aangaat maar het college van burgemeester en wethouders. Een oplossing inde- ze zin, dat men de zaak terugdraait naar de oude situatie lijkt mis schien wel bijzonder eenvoudig, maar is dat bepaald niet. De motie ven die indertijd geleid hebben tot verplaatsing van de markt zijn niet achterhaald al blijkt dat de gevolgen van de verplaatsing niet zijn, zoals men die verwacht had. Hoewel aanvankelijk een periode van 3 maanden alleszins redelijk bleek, is het misschien goed, nu blijkt, dat betrokkenen grote schade hebben, niet aan die termijn vast te houden. Overigens kan men alleen maar uit de moeilijkheden komen door een zo breed mogelijk opgezet overleg. Mevrouw DE BONTE zegt de voorbarige berichten in de krant te betreuren. Ook een emotionele benadering van deze zaak lijkt haar niet noodzakelijk. Hierdoor zijn de verhoudingen veel meer gespan nen geworden dan nodig is. Ook zij is ervan overtuigd dat als er moeilijkheden bij de betrokken groentehandelaren zijn en zij te ken nen geven daar met het college over te willen praten, het college graag daartoe bereid zal zijn en dat het zeker bereid zal zijn daarvoor een zo goed mogelijke oplossing te vinden. Zij wil ook nog opmerken, dat groente en fruit artikelen zijn, die een huisvrouw zo in het voor bijgaan als het haar een beetje voordelig lijkt, meeneemt. Het zou best kunnen zijn, dat zij dat niet doet als zij er apart voor op uit moet gaan. Men zal eerder geneigd zijn een stapje verder te lopen voor een artikel, dat niet dagelijks gekocht wordt. Evenals voorgaande sprekers vraagt zij, indien blijkt, dat de betrokken handelaren zo veel financiële voordelen ondervinden, een betere oplossing te wil len nastreven. Als het hier om Bredanaars gaat, zou er een lans voor te breken zijn, maar zij geeft graag toe, dat dit geen zaak van de raad is. De heer VON SCHMID zegt, dat het hem lijkt, dat we hier in Breda met een marktprobleem van grote omvang zitten. Omdat naar zijn mening éen markt één geheel behoort te zijn, sluit hij zich aan bij hetgeen de heer van der Werff reeds gezegd heeft, namelijk het afsluiten van de Grote Markt voor het verkeer. Hij kan zich heel goed voorstellen, dat er bij de verplaatsing van de groentemarkt naar het Kasteelplein heel wat emoties te pas gekomen zijn, zeker bij de mensen die moeten verkopen. Hij constateert, dat de verplaatsing naar het Kasteelplein geen gelukkige zaak geweest is. Er zijn inderdaad grote verliezen geleden, zoals de heer Brooimans al heeft medegedeeld aan de hand van cijfers. Elke marktdag op nieuw gaan deze mensen verliezen lijden, dat zit er dik in. Hoewel hij niet weet of het mogelijk is, zou spreker het een mooie oplossing vinden als gezegd kon worden: "We draaien de zaak terug, totdat een betere oplossing gevonden is".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 445