442
16 MEI 1968
de auto pleegt te gebeuren, bedraagt 900, -- en het zal per kilo van
de hand worden gedaan.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
50. HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
51. VERZOEK VAN DE HEER H. G. J. BEURS, GENERAAL MACZEK-
STRAAT 16 ALHIER, OM TOEPASSING VAN DE SCHADEVERGOE
DINGSVERORDENING.
De heer WOESTENBERG zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter.
Het advies en de opgegeven gronden van burgemeester en wethouders
aan de gemeenteraad in de kwestie Beurs kan niet juist zijn.
1. Het staat vast, dat zonder een besluit van de raad van de gemeente
Breda en zonder toepassing van artikel 20 van de wederopbouwwet
en zonder de in de wet voorgeschreven goedkeuring van gedepu
teerde staten, 2 woningen aan de Poolseweg 10 en 12 met een hou
ten keetje bekend als Poolseweg 14 en gelegen op 2 kadastrale per
celen, gesloopt zijn en vervolgens vervangen zijn door een garage
bedrijfsgebouwencomplex met een benzinestation aan de Poolseweg
10, 10a, 12, 14 en 14a en wel thans op 3 (drie) kadastraal bekende
percelen;
Burgemeester en wethouders stelt nu dat er geen planologische maat
regelen zijn vastgesteld.
Aangezien burgemeester en wethouders ter zake onbevoegd zijn,
houdt dit in, dat de ingevolge de wet vereiste bouwvergunning tot
het bouwen van een garagebedrijf met benzinestation niet verleend
is door dit college.
Immers aangezien men niet bevoegd is, kan men de vereiste ver
gunning niet verlenen.
2. Het college van burgemeester en wethouders zegt in zijn advies dat
tussen 1920-1925 geen uitbreidingsplan is vastgesteld en verder geen
planologische maatregelen van toepassing zijn.
Mijnheer de voorzitter.
Toen de Poolseweg met andere geannexeerde straten en gronden
nog gemeente Teteringen was, waren de 2 gesloopte woningen ge
bouwd onder vigueur van de woningwet 1901, dus nog vóór de wets
wijziging van 1931, tot welk jaar paragraaf 1 van deze wet alleen
betrékki'ng had op woningen en paragraaf 7 nog paragraaf 6 was met
de titel: "Uitbreiding van de bebouwde kom".
Daarna is de annexatie gevolgd, omstreeks de jaren 1920-1925,
uiteraard voor uitbreiding van de bebouwde kom van de gemeente
Breda, met goedkeuring van gedeputeerde staten en de regering.