444 16 MEI 1968 Bovendien moet ingevolge artikel 36, lid 1, van de woningwet 1901 bij een uitbreidingsplan aan de gronden een bestemming worden gegeven als er tenminste nog geen bestemming was gegeven zo als burgemeester en wethouders gezegd hebben, of de bestemming veranderd wordt» Dit uitbreidingsplan is bovendien de grondslag en basis voor het lager gevolgde bouwverbod "Poolseweg" en het onteigeningsplan Poolseweg/Generaal Maczekstraat (veel vroeger de Molengracht- straat). 5. In het advies staat, dat het bouwverbod slechts betrekking had op een smalle strook van het voorterrein van de heren van Riel en Beurs, die nodig waren voor de openbare weg, de latere Generaal Maczekstraat. Mijnheer de voorzitter, dit antwoord is niet juist. Alle percelen aan de Generaal Maczekstraat waren bij d'at bouwverbod betrok ken. Om een bouwverbod op te kunnen leggen moet de raad we ten, waarop dat verbod gelegd wordt; dus ook op het achterlig gend terrein; dus ook die percelen achter de achtergevelrooilijn gelegen. In artikel 35, lid 1, van de woningwet lezen wij dan ook: "dat de gemeenteraad bevoegd is in het belang van een stelsel - bebouwing te verbieden dat gebouwen worden gebouwd of her bouwd op gronden, welke ingevolge een voorafgaand raadsbe sluit in de naaste toekomst voor de aanleg van een straat, een "gracht of een plein bestemd zijn". Dat voorafgaande besluit van de raad mijnheer de voorzitter, is het uitbreidingsplan in onderdelen "Poolseweg 1963". Alle gege vens inclusief de bestaande woningen die thans gesloopt zijn, zijn daarop te vinden. Deze plannen met de veranderde bestemming en bebouwing, wa ren ter inzage gelegd als voorgeschreven in de woningwet 1901, artikel 37, lid 2. Het college van burgemeester en wethouders heeft deze plannen voorbereid en advies uitgebracht aan de ge meenteraad. Het college van gedeputeerde staten heeft deze plannen goedge keurd. Mijnheer de voorzitter, met welk recht wordt nu in het advies ge steld, dat de besluiten met bijbehorende kaarten van de gemeen teraad en van gedeputeerde staten niet bruikbaar zijn, althans niet te gebruiken zijn en niet ter zake doen. De volgende vraag is dan ook, waarom staan op de kaarten en plannen woningen vermeld als er evengoed iets anders vermeld had kunnen worden en dat geldt voor alle percelen aan de Generaal Maczekstraat en voor alles wat indertijd geannexeerd is. Overigens burgemeester en wethouders zijn niet ter zake bevoegd en kunnen geen bestemming en bebouwing vaststellen of verande ren. Uit dien hoofde is voor het gebouwde garagebedrijf met ben-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 469