446
16 MEI 1968
teerde staten om.
8. De heer Beurs heeft mij brieven laten lezen die hij van de gemeen
te ontvangen heeft maar nergens staat te lezen en dat kan ook niet
gezien artikel 37, lid 2, van de woningwet, dat 2 woningen en
een houten keetje door een garagebedrijf vervangen zouden worden.
Tot mijn verbazing heb ik ook een rapport gelezen d. d. 29 juli
1964 door de gemeente aan Beurs toegezonden.
Dit rapport, de uitslag van een onderzoek, betreft niet de 2 gesloop
te woningen maar het garagebedrijf van van Riel dat nog nooit eer
der gebouwd was. In dat rapport staat onder andere:
1. dat het bedrijf verbouwd is overeenkomstig de bestaande platte
grond (en het bestond niet), iets wat tevoren niet bestond kan
men niet verbouWéri.'
Ik herhaal mijnheer de voorzitter: dit kan niet, men kan niet
herbouwen wat voorheen niet bestond.'
2. tweemaal staat er, dat het garagebedrijf gedeeltelijk verbouwd
is overeenkomstig het bepaalde in artikel 103, lid 2, bouwver
ordening:
3. dat het garagebedrijf ook na de verbouwing is blijven beantwoor
den aan de eisen en voorschriften welke golden bij de bouw van
dat bedrijf, artikel 120 van de bouwverordening. Hoe kan dat,
het was nog nooit (eerder) gebouwd geworden????
9. Geen vergunningen.
In het zo juist genoemd rapport d. d. 29 juli 1964 staat ook vermeld,
dat de welstandsadviseur het bouwplan voor een garagebedrijf heeft
goedgekeurd overeenkomstig het bepaalde in artikel 105 van de
bouwverordening.
In feite wordt deze ambtenaar hier beschuldigd van knoeien, im
mers hij zou plannen hebben goedgekeurd waarvan niemand iets
weet in strijd met de bestaande plattegrond en dan ook in strijd met
de voorschriften in artikel 22, leden 3, 4 en 5 van de bouwveror
dening.
Ik kom thans tot de volgende punten:
1. de gemeenteraad weet niets van een te bouwen garagebedrijf en
is daarin niet gekend;
2. gedeputeerde staten hebben dergelijke plannen niet goedgekeurd;
3. burgemeester en wethouders hebben artikel 20 van de wederop-
bouwwet niet toegepast;
4. de welstandscommissie weet niets van een garagebedrijf met
benzinestation in het uitbreidingsplan Poolseweg 1963;
5. er is geen rijksgoedkeuring verleend tot het bouwen van een ga
ragebedrijf;
6. de rijksgoedkeuring d. d. 1 april 1963, nr. 140007 was verleend
tot het verbouwen van woningen en niet tot een garagebedrijf;
7. na de terugontvangst van de goedgekeurde en gewaarmerkte
bouwtekeningen met de rijksgoedkeuring moeten deze clandes
tien veranderd zijn in of clandestien vervangen zijn door een
bouwtekening voor een garagebedrijf met benzinestation;
8. burgemeester en wethouders heeft niet de ingevolge de wet ver-