461 20 JUNI 1968 i lijk geworden dat er in de toekomst voor deze firma geen mogelijkheid meer is voor laden en lossen. Indien het pand eigendom van de gemeen te zou zijn, zou hij het dubbel jammer vinden dat deze firma gedyi- peerd wordt, in de bedrijfsvoering. De directeur van het meubelmagazijn, de heer Dieckman, heeft hem verklaard, dat hij er niets van weet dat er geen enkel contact met hem is opgenomen. Rechtstreeks is dit niet nodig, doch spreker meent dat dit toch eleganter zou zijn geweest. Overigens heeft spreker de zaak vanuit het oogpunt van het parkeren bekenen. In het voorstel van burgemeester en wethouders staat vermeld dat het een gevaarlijk kruispunt is en dat de maatregelen uit verkeers veiligheid genomen dienen te worden. De verkeerscommissie krijgt echter van de politie altijd alle mogelijke gegevens. Deze zijn zeer keurig uitgewerkt en daarin is werkelijk al les te vinden. In Breda zijn een ontelbaar aantal kruispunten, waarvan 30 Si 40 met een aantal ernstige of minder ernstige aanrijdingen. Het kruispunt, waarover het voorstel van burgemeester en wethouders han delt, is echter niet vermeld, hetgeen inhoudt dat het volgens de poli tie geen gevaarlijk kruispunt is. Wel het volgende kruispunt bij de van Bergenstraat. Ook bij de gevaarlijke verkeerspunten waar de politie speciale aandacht aan besteedt is het niet vinden. Gezien deze documentatie kan spreker echt niet zeggen dat dit kruispunt buitengewoon gevaarlijk is. Wat be treft kan hij de afsluiting echt niet nodig vinden. Ook wordt in het voorstel van burgemeester en wethouders gesteld dat een parkeergelegenheid daar dringend nodig is. Ook dit kan hij niet onderschrijven. Er is de Gasstraat, waar praktisch geen verkeer is en waarin aan beide zijden geparkeerd mag worden. Er is de lange Middellaan, waarin ook aan beide zijden geparkeerd kan worden en aan de overzijde is er de Prinsenkade, waar nooit een schuit aanlegt en waar alleen inde weekends alle Jansen-auto's staan en dus als parkeerterrein gebruikt"wordt. Naar zijn overtuiging is een veel geld- kostend parkeerterrein daar niet nodig. Het spijt spreker dat de wethou der van openbare werken afwezig is, maar indien mogelijk zou hij toch gaarne antwoord op zijn vragen hebben. De heer QUADEKKER wijst erop dat er op een duidelijk zichtbare afstand de ondergrondse parkeergarage is. wethouder VAN BOXTEL merkt op dat dit voorstel van burgemees ter en wethouders in de vergadering van de afdeling voor openbare werken als een hamerstuk is doorgegaan en dat er dus geen enkele van de thans gestelde vragen ter sprake is gebracht. Het wordt zijns inziens deze wijze wel bijzonder moeilijk tot een ge degen behandelen aan de zaak te komen. Hij neemt aan dat de heer van Werkhooven daar wel begrip voor zal hebben. Toch moet hij stellén dat deMeervan Werkhooven een aantal opmerkingen gemaakt heeft, die minstens van de zijde van burgemeester en wethouders een reëel antwoord verdienen. Zeker op een aantal punten kan spreker echter dit reële antwoord niet geven. Bovendien komt het hem voor dat het weinig zin heeft om een deel van de vragen wèl en een ander deel niet te behandelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 486