464 20 JUNI 1968 Wethouder VAN BOXTEL herhaalt dat bij zijn weten de verhoogde i tarieven nog niet zijn toegepast. Gaarne geeft hij toe dat het zinvol ler zou zijn geweest de nieuwe tariefstelling op 1 juli 1968 te doen in gaan. Veronderstellende dat de raad zal bewilligen in hetgeen thans wordt voorgesteld, neemt hij aan dat dit geen probleem zal worden. Op de vraag van mevrouw de Bonte moet spreker ontkennend antwoor den. Ofschoon het kostprijsdekkend systeem een uitgangspunt is bij het gemeentelijk handelen, moeten er ook hier en daar weieens uitzonde ringen gemaakt worden. Bij de start van de medische sportkeuring was er over het algemeen een huiver om al te hoge tarieven te berekenen. Deze hoge tarieven zouden wellicht een sta in de weg kunnen zijn bij het wat meer leven in blazen van de medische sportkeuring. Indien men toen met tarieven was gekomen, die op het dubbele zouden neer komen van wat toen werd berekend, gelooft spreker dat onder zo'nta- rievenbeleid het zeer moeilijk was geweest een totaal nieuwe zaak van de grond te krijgen. Thans is op deze tarieven een trendmatige verhoging toegepast, zonder dat dit tarief kostendekkend is. Hij moet mevrouw de Bonte dit maar eerlijk zeggen Burgemeester en wethouders menen dat dit in de gegeven situatie nog een juist beleid is. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 12. GOEDKEURING BEGROTING 1968 EN REKENING 1966 VAN HET OUDE MANNENHUIS TE BREDA. De heer KROON deelt mede dat in de afdeling voor de financiën de vraag is gesteld of naar aanleiding van het gestelde in de 3e alinea van het voorstel van burgemeester en wethouders het niet beter zou zijn het beraad van burgemeester en wethouders af te wachten. Alle leden van de afdeling voor de financiën hebben hedenmorgen een briefje gekregen. Dit gaat echter naar zijn idee voorbij aan hetgeen in de afdelingsver gadering is gesteld. In de afdeling is de vraag gesteld of de goedkeu ring van de begroting door de gemeenteraad belemmerend zou kunnen werken op de door wethouder van Boxtel te voeren besprekingen over de salarisverhoging van de rentmeester. Bovendien is in de afdelings vergadering gesteld dat vóór de goedkeuring wordt gegeven de leden gaarne de uitslag van dit beraad zouden weten. Gaarne zou spreker vernemen of burgemeester en wethouders iets over dit beraad kunnen mededelen. Wethouder VAN BOXTEL stelt de heer Kroon gerust. Hij voelt zich in geen enkel opzicht belemmerd indien de begroting zoals die thans voorligt, wordt goedgekeurd. Dit wil niet zeggen dat de salarisverho ging, die dus is opgenomen, zal worden toegekend. Een omgekeerde situatie zou minder welkom zijn. Het komen in een overleg met een begroting waarin bepaald geen re kening is gehouden met de mogelijkheid tot salarisverhoging, is be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 489