fa 468 20 JUNI 1968 Scholengemeenschappen, fusering en samenspraak, zal hopelijk lei den tot het bereiken van de doelstellingen, die aan deze wet ten grondslag liggen, namelijk het scheppen van meerdere en andere vormen van beroepsonderwijs, waardoor er mogelijkheden geschapen zijn voor kinderen om die school te kunnen bezoeken, waar zij krach tens hun aanleg en capaciteiten geschikt voor zijn. Tevens zijn er mo gelijkheden om van de ene school naar de andere school over te stap pen. Naast alle andere mogelijkheden en moeilijkheden die er onte genzeggelijk zullen zijn, doet spreekster's fractie belangstellend uit zien naar de verdere ontwikkeling en resultaten van al deze nieuwe vormen van onderwijs. Wat betreft de toelatingsexamens heeft spreekster een zelfde opmerking als de heer van der Werff. Zij weet uit ervaring dat het advies van de hoofden van de lagere scholen door de middelbare scholen zeer op prijs wordt gesteld'en wordt gewaardeerd. Zij gelooft dat dit wel de beste weg is voor de middelbare scholen om een beeld te krijgen van het kind, dat moet worden toegelaten. Er is dan 6 jaar met zo'n kind ge werkt en niemand beter dan zo'n leerkracht kan beoordelen of het kind voor hoger onderwijs geschikt is. De folders die door het pedagogisch centrum zullen worden uitgegeven vindt zij vrij summier. Gaarne zou zij willen dat deze folder wat dui delijker, wat uitgebreider en ook iets leesbaarder zou zijn. Voor de meeste ouders zal het toch moeilijker zijn te begrijpen waar het over gaat. Indien men er al een beetje inzit, dan is het al een wirwar van gegevens en nieuwigheden, die de normale mensen waarschijnlijk he lemaal niet begrijpen. Spreekster zou er veel voor voelen in overleg met de mensen uit het onderwijs, die weten welke vragen er kunnen komen, een nieuwe fol der te doen verschijnen, waarin de ouders erop gewezen worden, dat zij verdere gewenste informaties ook bij de scholen kunnen krijgen. Zij neemt aan dat het gros van de ouders in deze nieuwe materie toch geen weg weten en het allerbeste doen om met vakmensen te gaan praten, die hun dan de nodige informatie duidelijker kunnen geven dan enige folder. Spreekster wil er verder niets meer over zeggen. Zij vindt het eenver- schrikkelijk moeilijke materie, waarover zij veel heeft gehoord, maar waarvan zij weinig heeft begrepen. Het is nog een compact geheel van nieuwigheden. Alles moet nog worden afgewacht en men moet hopen dat door de invoering van deze nieuwe wet er bereikt wordt dat meer kinderen hoger onderwijs kunnen volgen en meer kinderen op plaatsen terecht komen waarvoor zij door hun aanleg en capaciteiten geschikt zijn. De heer BARIJ vraagt toestemming om de agendapunten 18 en 19 samen te bespreken. Wethouder BROEDERS is van mening dat ze gescheiden behandeld kunnen worden. De VOORZITTER vraagt de heer Barij zich te beperken tot het agendapunt, dat nu aan de orde is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 493