20 JUNI 1968 479 momenteel nog geen antwoord kan geven, dan gelooft spreker dat men rekening moet houden met een tijdelijke situatie, zoals die ligt bij het integrale gymnasium. Bij de behandeling van de wet is daarover al uitvoerig gesproken en daarbij zijn van de zijde van de integrale gymnasia een paar argumen ten naar voren gebracht, waar men niet helemaal blind voor moet zijn. Ook de waarde van de determinatie van Latijn in het eerste leerjaar van het gymnasium is een element waarmede men voorzichtig moet zijn. Hierbij moet rekening worden gehouden met de vraag wat er bij het onderwijs leeft, omdat dit een van de eerste punten van het welslagen is, wat iedereen zo graag voorstaat. De inzet, de overtuiging en het enthousiasme van de leerkrachten, die in het onderwijs werkzaam zijn, is hierbij van groot belang. Van de zijde van burgemeester en wethouders is dit hele onderwerp èn met de inspectie èn met de rector onderwerp van gesprek geweest en na lang beraad is er uiteindelijk besloten zonder ervan overtuigd te zijn het zeker te weten, dit jaar in te stemmen met het lesrooster zo als die door de rector wordt voorgesteld. Spreker is overigens blij met de discussie, die over dit onderwerp is ge weest, omdat dit burgemeester en wethouders natuurlijk meer prikkelt om het vraagstuk op de voet te volgen. Daarom stelt hij de raad voor er begrip voor te hebben wat van de zij de van burgemeester en wethouders is gesteld en met het in de nota gestelde in te stemmen. 19. BENOEMING, SCHORSING EN ONTSLAG RECTOR, LERAREN EN OVERIG PERSONEEL BIJ HET VOORTGEZET ONDERWIJS EN DE MIDDELBARE HANDELSAVONDSCHOOL. De heer BARIJ merkt op dat de benoemingen steeds in Handen van de gemeenteraad zijn geweest en dat per 1 augustus 1968 de benoe mingen in handen komen van burgemeester en wethouders met uitzon dering van de rector en de directeur. Spreker ziet eigenlijk geen reden waarom van de tot nu geldende rege ling zou worden afgestapt. Daarom zou hij graag van burgemeester en wethouders vernemen, welke motieven er zijn om de zijns inziens goed functionerende methode prijs te geven. De heer VAN DER WERFF deelt mede dat de fractie van de V. V. D. mede in verband met de lange voorgeschiedenis van sommige gymna siale benoemingen, met grote belangstelling het voorstel van burge meester en wethouders hebben gelezen. Na beraad en volledig vertrou wen stellend in het college van burgemeester en wethouders en zijn huidige samenstelling, is de fractie de overtuiging toegedaan om het verzoek om delegatie in te willigen. De fractie is van mening dat het onjuist zou zijn in deze tijd een uit zonderingspositie voor de leraren van het gymnasium te moeten creëren. Deze uitzonderingspositie die onder de op het ogenblik vigerende wet geving vanzelfsprekend is, omdat het docenten betreft van hoger on derwijs. Bovendien zou er misschien aan kunnen worden gedacht dat hier in het verleden van een groep sprake was die in een kleinere ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 504