480 20 JUNI 1968 meenschap, zoals bijvoorbeeld Breda, toch als de culturele exponen ten naast de onderwijskundige experts beschouwd konden worden. Op het ogenblik zou volgens inzicht van spreker's fractie in het veel gro tere en groeiende Breda een dergelijke uitzonderingspositie niet ge wenst zijn. Het zou een min of meer discriminatoire wijze van hande len zijn ten opzichte van anderen, die benoemd worden door burge meester en wethouders. Het verzoek van burgemeester en wethouders tot delegatie van het be noemingsrecht heeft de instemming van zijn fractie. Wel zouden zij gaarne zien dat dezelfde procedure zoals bij andere benoemingen ge volgd wordt, namelijk dat de sollicitatie-stukken ter inzage worden gelegd. In de afdelingsvergadering heeft spreker van wethouder Broe ders begrepen dat burgemeester en wethouders hiertegen geen bezwaar hebben. De heer KROON deelt mede in de afdelingsvergadering gesteld te hebben geen bezwaar te hebben tegen het voorstel van burgemeester en wethouders, omdat dit volkomen aansluit bij de gedragslijn, die gevolgd wordt ten aanzien van het personeel in gemeentelijke dienst. Deze regeling is inhaerent aan het raadsbesluit van 12 mei 1965, waar bij de hoofden van diensten, worden benoemd door de gemeenteraad en het overige personeel door burgemeester en wethouders. Spreker's fractie is van mening dat dit voorstel van burgemeester en wethouders moet worden aanvaard en verleent deze bevoegdheid gaar ne aan burgemeester en wethouders. Mevrouw DE BONTE zegt dat haar fractie gaarne met het voorstel van burgemeester en wethouders meegaat omdat het belangrijk is dat bij benoemingen snel gehandeld moet kunnen worden. In de vergade ring van de afdeling heeft zij van wethouder Broeders vernomen hoe moeilijk het vaak is om sollicitanten, die op meerdere plaatsen gesol liciteerd hebben, vast te houden. Vaak ziet men een kandidaat ontglippen, omdat die elders eerder be noemd wordt. Uit hoofde daarvan alleen gaat de fractie akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. Wethouder BROEDERS krijgt zo'n beetje het gevoel dat men eigen lijk de zaak, althans een aantal feiten, omdraait. Indien vanuit burge meester en wethouders niets gezegd zou zijn dan waren burgemeester en wethouders automatisch het bevoegd gezag tot en met de benoeming van rector en directeur. Burgemeester en wethouders vonden dit echter niet ideaal. De gemeen teraad heeft informatie gevraagd hoe het bij de nieuwe wet kan blijven, hoe het staat met de delegatie en welke reden burgemeester en wethou ders hebben om dit naar b. en w. te brengen. Spreker zou echter de zaak kunnen omdraaien en de gemeenteraad uit nodigen mede te delen welke reden hij heeft om anders te besluiten dan het voorstel van burgemeester en wethouders luidt. Toch wil hij het voorstel van burgemeester en wethouders nader toelichten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 505