486
20 JUNI 1968
met de wegenwet geen beroep kan doen op een tegemoetkoming, zo
zegt spreker. Maar toch komt het hem voor dat naar een mogelijkheid
gezocht dient te worden om hem op de een of andere wijze schadeloos
te stellen voor de door hem geleden schade.
Er zijn naar spreker's mening een aantal feiten aan te wijzen, waarin
in eerste instantie van schadevergoeding geen sprake kan zijn, maar
waar nadien toch tot schadeloosstelling werd overgegaan,
In verband hiermede neemt spreker de vrijheid burgemeester en wet
houders te verzoeken alsnog na te gaan of er geen mogelijkheid te
vinden is de heer Zegger voor schadeloosstelling in aanmerking te
doen komen.
Wethouder VAN BOXTEL wil trachten het door de heren Quadekker
en de Gijsel gestelde te weerleggen. Hem is na bestudering van dit
stuk en de overige correspondentie duidelijk geworden dat het uitgangs
punt voor de hele benadering van deze zaak gezocht moet worden in
de procedure die de wegenwet kent voor het in beroep komen tegen
onttrekking van wegen aan het openbaar verkeer. Indien men de we
genwet daarop naslaat blijkt dat de procedure uitputtend is geregeld
en zich uitsluitend beperkt tot het bezwaar tegen de onttrekking als
zodanig. De wegenwet kent dus niet de mogelijkheid om in het kader
van de beroepsprocedure te spreken over schadeloosstelling.
Dit is dus geregeld in de wegenwet. Natuurlijk kan men dan direct
daarop aansluitend de vraag stellen of men dan niet buiten de wegen
wet om schadeloos kan stellen. Daarover geeft het preadvies van burge
meester en wethouders de nodige inlichtingen.
Gaarne wil spreker aannemen dat de heer Quadekker in staat is aan te
tonen dat hier sprake is van een omzetdaling van 20 25 "Jo. In feite
doet dat nu formeel - en nu benadert spreker dat even zeer expresse-
lijk - bij dit voorstel niet meer ter zake.
Iets anders is het wanneer men vraagt of men in hetvlakvan de mense
lijke benadering hieraan tegemoet kan komen. Besturen is echter ook
een kwestie van het wegen van belangen. Aan de plaatselijke overheid
wordt gevraagd en dat is bepaald geen prettige of aangename taak om
het algemeen belang te wegen tegenover individueel belang.
Nu is het merkwaardige dat bij dit soort zaken er altijd sprake is van
schade die men al dan niet bewezen ondervindt ten gevolge van een
handelen van de overheid. Er is echter nooit sprake van dat er baat
wordt verkregen door het handelen van dezelfde overheid.
Het zijn twee verschijnselen, die hand in hand gaan namelijk een over
heid ontkomt niet aan het doen van keuzen, het nemen van beslissingen
ter zake van het verkeer en alles wat daarmede samenhangt. Spreker
mag hierbij wijzen op de situatie, zoals die op het ogenblik in de bin
nenstad in Breda aanwezig is, namelijk het opbreken van de Oude Vest,
de Brugstraten, waar het voetgangersdomein wordt aangelegd, de Kei
zerstraat, die bij de sanering is betrokken. De wegenbouw, die in den
lande wordt gepleegd, waaraan restaurants liggen, die ook schade on
dervinden bij bepaalde wegomleggingen, zelfs schade ondervinden
wanneer men het verkeer kruisingsvrij maakt. Hierdoor kan een restau
rant, dat er al tientallen jaren gevestigd is een bepaalde klantenkring