488 20 JUNI 1968 Dit vestigingspunt kan strijdig zijn met de daar geldende bepalingen. Spreker doelt met name het in de stad bekende verschijnsel dat siga ren en kapperszaken nog wel eens moeilijkheden geven. Hij herhaalt dat burgemeester en wethouders bereid zijn met de heer Zegger in gesprek te blijven en suggesties zijnerzijds in overweging te nemen en hem daarbij positief tegemoet te treden echter met dien verstande dat burgemeester en wethouders hun ja of neen toch moeten onderwerpen aan de bepalingen die het gebruik van gebouwen ter plaat se regelt. De heer Quadekker kan weten dat de gemeenteraad destijds een daartoe strekkende verordening in het leven heeft geroepen en met deze achter grond maken burgemeester en wethouders deze reserve uit zuiver tech nische overwegingen. Spreker hoopt dat de heer Quadekker geen twijfel heeft aan de goede bedoelingen van burgemeester en wethouders en hij weet dat dit ook het standpunt is van zijn collega Vermeulen. De heer QUADEKKER dankt voor de toezegging en hij deelt mede dit niet te hebben verwacht. Spreker kan zich niet indenken dat wet houder van Boxtel gedacht zou hebben dat hij zo simpel was om te verwachten dat burgemeester en wethouders op alle suggesties van de heer Zegger "ja" zouden zeggen. Met de gedane toezegging voelt hij zich gelukkig. Hierna wordt overeenkomstig het preadvies besloten. 34. VERWERVING ONROEREND GOED. De heer VAN LOON wil naar aanleiding van punt h op lijst no. I het volgende vragen. In het conceptbesluit is een bepaling opgenomen dat de kosten van de deskundigen door de gemeente worden betaald. Hij mag veronderstellen dat de kosten van deze deskundigen meer zul len bedragen dan het presentiegeld van raadsleden. Hoeveel de kosten echter bedragen is in de stukken niet genoemd. Daarom verzoekt hij, nadat de kosten bekend zijn, deze alsnog aan de raad door te geven. Ten slotte wijst hij erop dat in de toelichting vermeld staat dat een perceel grond ter grootte van 3557 m2 door de gemeente ten verkoop is aangeboden. Gaarne zou spreker weten of dit perceel grond door In- tra zal worden gekocht, want ten verkoop aanbieden betekent niet dat de grond ook wordt gekocht. Deze vraagstelt hij omdat het zo belang rijk is voor de werkgelegenheid in Breda of dit bedrijf in ieder geval wordt voortgezet. Wethouder VAN BOXTEL zegt dat hij op de eerste vraag van de heer van Loon heel toevallig kan antwoorden. Hij heeft namelijk van middag de rekening van de deskundige gezien. Deze kosten bedragen 14.000, en deze moeten betaald worden. Daar is niets aan te doen. Dit is een vorm van afspraak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 513