490 20 JUNI 1968 Het is namelijk al meermalen voorgekomen dat men bij nieuwbouw in de onmogelijkheid verkeert het meubilair en dergelijke via de lift te vervoeren. Spreker heeft deze vraag al eens meer gesteld, doch hij meent dat bij dit nieuwbouwplan al weer niet die voorzieningen zijn getroffen, die het mogelijk maken om de woning op een ongevaarlijke manier te gaan bewonen. Wethouder VAN BOXTEL zegt dat het niet fair zou zijn als hij ten aanzien van het probleem dat door de heer Spanjer aan de orde is ge steld verder zou gaan dan hem te verzekeren dat dit nog eens de bij zondere aandacht van burgemeester en wethouders zou krijgen. Het heeft overigens reeds burgemeester en wethouders bezig gehouden. De opmerking van de heer Spanjer houdt geen verband met het al of niet aannemen van dit voorstel van burgemeester en wethouders, maar de aandacht van burgemeester en wethouders wordt op een belangrijk facet in het woningbouwpakket gevestigd. Moeilijker is voor spreker de opmerking door de heer van Duijl gemaakt. Hij weet niet precies welke technische voorzieningen de heer van Duijl bedoelt; tenzij het een uitstekende balk ergens boven in de nok van het dak is. Spreker kent echter het bestek van dit project niet uit zijn hoofd en hij weet dus niet of deze balken erin zitten. Hij weet wel dat deze opmerking eerder in de raad is geweest en dat burgemeester en wet houders naar aanleiding daarvan toen bij andere flatbouw dit hebben doen toepassen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 37. STICHTING COMPLEX 96 EENGEZINSWONINGEN IN HET UITBREI DINGSPLAN "HEUSDENHOUT". De heer SPANJER is erkentelijk voor hetgeen op pagina 2 van het voorstel van burgemeester en wethouders staat. Hij doelt namelijk op een aantal aspecten, die genoemd worden ten gevolge van de "Beschikking geldelijke steun aan toegelaten instel lingen 1968". Het zijn een 5-tal punten, die in dit voorstel toch summier gesteld zijn. Spreker kan zich voorstellen dat burgemeester en wethouders de finan ciële consequenties van de aspecten genoemd in de 4e en 5e alinea thans nog niet helemaal kunnen overzien. Daarom zou hij willen verzoeken in een later stadium, wanneer de cijfers bekend zijn, de gemeenteraad via de afdeling voor openbare werken in te lichten. Wethouder VAN BOXTEL is bijzonder gelukkig met de toevoeging "in een later stadium".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 515