494 20 JUNI 1968 Door het feit dat er 5 burgemeesters in het bestuur zitten kan men ko men tot een slagvaardiger beleid dan tot heden het geval was. Hij gelooft dat vooral in deze tijd - hierbij denkend aan de Moerdijk - een slagvaardig beleid en snelle reactie zeer noodzakelijk is. De VOORZITTER wil gaarne over de nieuwe W. E. B. nog iets zeg gen. Het is plezierig dat de gemeenteraad zich zo positief zeker in het begin van deze nieuwe stichting tegenover de nieuwe organisatie op stelt. Binnen b. en w. is lang gesproken over en getwijfeld aan de betekenis van een Westbrabantse samenwerking. De twijfels kwamen voor omdat er in het gebied zo voor en na tegen stellingen bestaan. Hij heeft dat niet willen omschrijven en gelooft niet dat het zinvol is dat in dit verband te doen. Op de tweede plaats was het zeker zo dat de contacten met de hogere overheid niet zo formidabel waren. De kansen, die de W.E.B. had om bij de overheid iets te bereiken, waren niet zo groot. Een derde punt wat burgemeester en wethouders zo sterk heeft bezig gehouden, is het zoeken geweest naar uniforme belangen, die men dus als West- Brabant kan verdedigen. Nu is het juist, gelooft spreker, dat door het zoeken van die belangen ten behoeve van de nieuwe stichting men er de laatste tijd beter in geslaagd is dan voorheen het geval was. Hij noemt de gemeenteraad een aantal onderwerpen, die vandaag heel erg aan de orde zijn, namelijk de vestiging in Moerdijk, het pendelvraagstuk, de vliegveldkwestie en het wegenvraagstuk, waar spreker straks nog even op terugkomt. Dit zijn allemaal typische West brabantse problemen. De heer Melzer kan spreker reeds mededelen dat de studie over de werkgelegenheid als een der eerste punten op het programma staat bij de nieuwe stichting. Hij is het volstrekt met hem eens, dat dit een vraagstuk is, waarbij West-Brabant een uniform ge luid zou kunnen laten horen. Hij gelooft te mogen zeggen dat de W. E. B. de laatste jaren het teken van tegenspraak is geworden. Hierover wil hij echter niet meer spre ken. In de nieuwe stichting zijn er vertegenwoordigingen uit de colleges van burgemeester en wethouders om daardoor die colleges te informe ren over alle zaken die daar spelen. Dat wil dus zeggen dat de notulen, de agenda, de stukken die geproduceerd worden juist in de vergade ringen van burgemeester en wethouders aan de orde gesteld kunnen worden. Reeds is er door de heer Melzer op gewezen dat in de nieuwe structuur de gemeenteraden natuurlijk mede doen. De gemeenteraad zal reeds gemerkt hebben dat het de bedoeling van burgemeester en wethouders is om bij die punten en activiteiten, waarvoor geld nodig is, dan ook de gemeenteraad erin te betrekken en de gemeenteraad een overzicht krijgt in de vorm van het onderzoek en de wijze waarop dit zal moe ten gebeuren. Bovendien is men van plan regelmatig informaties te verstrekken over hetgeen er in de nieuwe stichting gebeurt. Spreker wil gaarne naar aanleiding van hetgeen de heer van Loon ge zegd heeft, nog een opmerking maken over de organisatie. Uit de col-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 519