20 JUNI 1968 499 worden onderschat. Hierna wordt de mededeling voor kennisgeving aangenomen. 43. HERZIEN ONRENDABEL INVESTERINGSPLAN 1968/1969. De heer QUADEKKER heeft een klein vraagje, dat voor zover hij zich kan herinneren al diverse malen bij andere gelegenheden is ge steld. Wanneer nu alle diensten eens gebruik gaan maken van de com puter of van een centraal administratief geheel dan is het niet te ver klaren dat men onder A. 5.12 van het investeringsplan leest dat er een boekhoudautomaat wordt aangeschaft van 23. 000, en onder B. 2 een boekhoudmachine wordt afgevoerd in verband met de aanschaffing van een computer. Spreker weet dan niet of deze zaken eigenlijk wor den begrepen onder goede correlaties. De heer BA YENS zegt dat onder punt B. 7.1 van het investeringsplan de reconstructie van de Ulvenhoutselaan is vermeld. Deze reconstruc tie is al heel vaak ter sprake gekomen en er is een krediet aangegeven van 210. 000, Er zou misschien in de loop van dit jaar een kre diet gevraagd kunnen worden van 160. 000, Spreker vraagt of het niet mogelijk is deze invalsweg van Breda, die wat het wegdek betreft niet in een schitterende staat verkeert, een zekere prioriteit te verlenen. De heer MELZER is een aantal bezuinigingen tegengekomen die hem eigenlijk wel iets doen. Zo was er voorzien om ten behoeve van de brandweer een nieuwe ladderwagen aan te schaffen en een voor ziening ten behoeve van de bosbrandbestrijding. Blijkbaar heeft men hiervan afgezien en is overgestapt op een faeca- liënauto en een paar bestelwagens voor het vervoerbedrijf. Spreker dacht dat burgemeester en wethouders en de gehele gemeenteraad prijs stelt op een optimale uitrusting van de brandweer. Zijn vraag is waarom deze aanschaffingen zijn uitgesteld. Beschikt de gemeente Breda over voldoende ladderwagens en kunnen die een vol doende hoogte bereiken. Spreker wil erop wijzen dat in Breda steeds meer wordt overgegaan tot hoogbouw. Deze zaak interesseert hem in hoge mate. Wethouder BROEDERS zou willen zeggen dat men dit rapport niet al te dogmatisch moet hanteren. Wat is hier in feite aan de orde. Burgemeester en wethouders hebben destijds aan de gemeenteraad een onrendabel investeringsplan voorgelegd. Of) een bepaald moment in een jaar bestaat er behoefte om eens te kijken hoe het met het plan staat en waar rekening mag worden ge houden wat er dit jaar nog zal gebeuren. Enerzijds heeft men dan te maken met de technische voorbereiding, anderzijds met de financieringsmoeilijkheden, waarop spreker meent thans niet al te uitvoerig te moeten ingaan. Bovendien heeft men te maken met de slagingskansen die het betreffende project heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 524