523
18 JULI 1968
- waar nodig - in een goede toestand worden hersteld.
De heer van Loon heeft met zijn opmerking met betrekking tot de
parkeerhavens ten dele wel gelijk.
Er komt dus geen doorlopende parkeerstrook, er komen inderdaad
parkeerhavens, waarbij het invoegen in het verkeer altijd weer een
manoeuvre is die met de nodige voorzichtigheid moet worden ge
maakt.
Spreker meent dat dit niet een reden hoeft te zijn om alle bomen
aan de Ulvenhoutselaan weg te halen. Hij herinnert zich dat de heer
van Loon in de afdeling heeft gezegd, dat veel bewoners van deze
laan in hun tuinen ook al vrij hoge bomen hadden staan, waardoor
de behoefte aan deze boombeplanting langs de weg minder groot
zou worden. Hierbij meent spreker op te mogen merken dat alhoewel
in bepaalde tuinen een aantal bomen staat, dit toch niet hetzelfde
beeld geeft als een mooie laan van bomen die geordend zijn geplant
en daardoor een geordend beeld vormen. Dit krijgt men niet als links
en rechts bomen ontbreken.
Mevrouw VAN MIERLO wil graag zeggen van mening te zijn dat
die bomen daar wel een landschappelijk schoon vormen. Zij kan
zich indenken dat een laan zonder bomen veel minder mooi over
gaat in het Ulvenhoutsebos.
Wethouder VERMEULEN zegt het woord "landschappelijk" in dit
verband te hebben afgewezen, omdat hij denkt dat daar eigenlijk
geen landschap is; het is daar bebouwing met bomen. Hij zegt van
"landschap" een heel andere voorstelling te hebben.
De heer VAN LOON zegt dat het niet de bedoeling is over deze
zaak lang en breed te praten. De wethouder en hij zijn het er een
voudig samen niet over eens.
Als er bomen moeten worden geplant, vraagt hij wel de mogelijk
heid te willen bezien ze niet langs de weg in de parkeerstrook te
plaatsen, zij horen daar naar zijn mening niet thuis.
De heer MELZER stelt dat aan deze laan beslist wel wat "land
schappelijk" zit. Voorts wil hij wijzen op het gedeelte ongeveer
vanaf de Bieberglaan tot aan de ingang van het Ulvenhoutsebos; dat
is toch echt een stukje landschap en handhaving daarvan zou hij toch
bijzonder op prijs stellen. De parkeerhavens zullen in de loop van de
toekomst in een behoefte voorzien hoewel de meeste mensen die daar
wonen over een inrit of garage beschikken.
Wethouder VERMEULEN wil de heer van Loon ten aanzien van de
plaatsing van de bomen toezeggen - dus voor zover ze er nog niet
staan - om nog eens te bekijken dat daardoor zo weinig mogelijk
hinder voor het verkeer zal ontstaan.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.