526 18 JULI 1968 aan herinneren dat bij een vorige raadsvergadering gevraagd is om toch alles te doen voor de instandhouding van dit soort verenigingen. Zij kunnen in het stadsbeeld niet gemist worden, bij alle mogelijke festiviteiten vervullen zij een functie. Daarbij kan worden gesproken van een vrijetijdsbesteding bij uitstek. Wanneer men dus gaat praten over fusie wil spreker toch wel waarschuwen tegen het gaan spreken over dingen zonder vooraf goed geïnformeerd te zijn. Er zijn veel din gen die bij elkaar passen, maar muziekverenigingen bestaan uit ver schillende muzikanten. Bij fusie krijgt men op een gegeven moment twee trommelslagers of twee hoboïsten, een grote en een kleine vereniging, combinaties zijn zo maar niet mogelijk. Bij uitspreken van het idee om tot een fusie over te gaan moet worden bedacht dat deze verenigingen nog een functie in een wijk hebben. Deze vere niging is sterk aan de Belcrum gebonden en heeft daar wel degelijk een functie. Om hier nu maar zo direct het woord "fusie" te laten vallen is heel wat. Spreker zou juist alles willen doen voor de in standhouding van deze zelfstandige vereniging en het voorstel biedt hier één van de mogelijkheden. Er is misschien veel sport en heel wat vrijetijdsbesteding, al of niet beroepsmatig, zodat het voor iemand hetzelfde is of hij bij NAC of bij Baronie speelt. Bij harmonieën is het nog gelukkig zo dat men veel voor een eigen vereniging over heeft. Wethouder GIELEN erkent dat het wellicht beter was geweest wanneer deze zaak eerst in de Culturele Werkgemeenschap zou zijn behandeld. Dat is nu niet het geval geweest, maar hij meent wel te kunnen zeggen dat indien het voorstel in de Culturele Werkgemeen schap zou zijn geweest, het de raad toch ook zou hebben bereikt. Het is immerszo dat er twee mogelijkheden zijn. Men kan deze le ning verstrekken en men kan ze niet verstrekken. Als men ze niet verstrekt, dan meent spreker dat dit muziekgezelschap dat in Breda- Noord toch van betekenis is, ten dode gedoemd zal zijn. De andere mogelijkheid is dat men ze wel verstrekt waardoor het gezelschap inderdaad in staat wordt gesteld zich aan te passen aan de zeven an dere harmoniegezelschappen waarover Breda gelukkig nog beschikt. Het is de mening van het college dat het verstandig is dit gezelschap de mogelijkheid te bieden zich nu om te bouwen tot de lagere stem ming die nu eenmaal nodig is om met andere gezelschappen te kun nen meedoen. In september-oktober begint het nieuwe seizoen en met deze lening zal men in staat zijn zich hiervóór op de ateuwe toon in te stellen. De heer Barij meent hier geen zekerheid te vinden, hij acht het no dig dat de gekochte instrumenten aan de gemeente in eigendom worden overgedragen en dat zij in bruikleen worden gegeven. Spre ker gelooft dat wanneer men dit probleem van de juridische kant benadert, de heer Barij volledig gelijk heeft. Anderzijds meent spreker dat er ook een zodanige instelling bij de gemeente kan zijn dat zij deze instrumenten fiduciair overdraagt aan een gezelschap waarvan zij toch geen enkele aanleiding heeft te veronderstellen dat men de instrumenten niet goed zal behandelen, dat men die instrumenten zal gaan vervreemden of dat er dingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 552