527
18 JULI 1968
zullen gebeuren die niet juist zijn. Er is met dit gezelschap en de ge
meente nog een heel andere band: het is immers voor een belangrijk
deel aangewezen op subsidie van de gemeente. Hij zou er sterk voor
zijn - en het college heeft zich erbij aangesloten - dat de bijgevoeg
de bepalingen worden gelaten zoals zij zijn. Het college acht het wel
verstandig dat - en de vereniging zal dat zeker doen - de instrumen
ten worden verzekerd voor de plaats waar zij zich bevinden. Dat is
meestal thuis bij de muzikant zelf. De gemeente moet inzage worden
gegeven dat de verzekering inderdaad is gesloten. Men kan het juri
disch stellen, maar spreker dacht dat er hier een zodanige vertrou
wensband is tussen de vereniging (en ook de anderen) en de gemeente,
dat men het in de vertrouwenssfeer moet zien.
Er is ook over fusie gesproken; hiervan is op dit moment echter geen
sprake. Het is een onderwerp wat inderdaad de Culturele Werkgemeen
schap bezig houdt, maar op het ogenblik is over fusie niets aan de orde.
De heer BA RIJ zegt dat hem van het hart moet dat bij hem geen
enkel moment de gedachte is opgekomen dat de vereniging met de
instrumenten handelingen zou verrichten die ten nadele van de ge
meente zouden kunnen strekken. Met de wethouder is hij het eens dat
er hier een vertrouwenssfeer is; van de andere kant wil hij stellen dat
derden met die vertrouwelijke sfeer die er dan tussen "Vondel" en de
gemeente mag zijn, helemaal niets te maken hebben. Wanneer een
derde schuldeiser komt en die ziet die instrumenten staan dan is het
niet denkbeeldig dat hij daarop beslag laat leggen, deze te gelde
gaat maken en zich zoals te doen gebruikelijk uit de opbrengst van
de instrumenten gaat voldoen.
Het is spreker's bedoeling dit te voorkomen en hij blijft erbij dat die
instrumenten in eigendom aan de gemeente moeten worden gelaten.
De heer VAN CAULIL zegt de heer Barij ergens toch wel te kunnen
volgen. Hij vraagt zich echter af of er geen tussenmaatregel is, die
veel sympathieker is. De zekerheidstelling der gemeentelijke subsi
die kan op deze wijze mogelijk in de overeenkomst worden opgeno
men; wanneer de vereniging niet aan haar verplichtingen kan voldoen
zou de subsidie van dat jaar kunnen worden besteed voor aflossing. Op
deze basis lijkt hem de zekerheidstelling veel sympathieker.
Wethouder GIELEN zegt dat subsidie altijd maar voor een jaar wordt
verleend. Als zou blijken dat dit gezelschap - hij verwacht dit geens
zins - zich niet naar de spelregels zou gedragen, die men van dat ge
zelschap kan verwachten, het zelf de subsidie voor 100°]o in gevaar
brengt.
Spreker stelt dat ten aanzien van die subsidie de gemeenteraad volle
dig bevoegd is ieder jaar te handelen - ook ten opzichte van dit ge
zelschap - zoals de gemeenteraad dat past.
In verband met de hernieuwde vraag van de heer Barij merkt spreker
op dat het hier niet het eerste geval is van een lening die aan een mu
ziekgezelschap wordt verstrekt. Ook de vereniging Concordia heeft
een lening van de gemeente gekregen onder dezelfde hier genoemde