535
18 JULI 1968
lukt - en dat is in januari al heel goed bekend - moeten de studenten,
wanneer het er dus zo'n 30, 40 of 50 zijn, terug worden gebracht naar
het horecabedrijf. Laat de gemeente dan een klein bedrag per per
soon bijbetalen, dat is veel goedkoper. Het is eigenlijk dom om vast
te blijven houden en te gaan proberen een behoefte te scheppen.
De heer QUADEKKER stelt voor ze in de Kroon te laten eten.
De heer VAN CAULIL zegt dat hij het idee krijgt dat de commis
sie er alleen gekomen is om behoefte te kweken die er niet is. Hij
wil echter met het voorstel meegaan onder voorwaarde dat wanneer
na heel korte tijd blijkt dat het nog niet loopt - en dat zal gauw ge
noeg duidelijk zijn - er tussentijds maatregelen worden getroffen.
De heer VAN GASTEL onderschrijft volledig de afwijzing vanver-
plichte deelname, hij onderschrijft wel het idee om een zakelijk
manager in de commissie op te nemen.
Spreker heeft echter andere bezwaren. Hij heeft gezien dat niet al
leen mensa-maaltijden tegen het voorgeschreven kostprijsdekkend
bedrag worden verstrekt, maar dat er ook maaltijden tegen een be
langrijk hoger tarief zijn verkocht. Hij meent, dat het nooit de be
doeling is geweest om met het bedrijfsleven in concurrentie te tre
den. Hij vraagt om dit laatste, zeker in de toekomst, te vermijden.
Hij is er helemaal niet zeker van dat het aantal deelnemers dermate
sprongen zal maken dat het inderdaad kostprijsdekkend zal worden,
hij gelooft wel dat het aantal groter zal worden dan 36.
Daarom vraagt hij zich af of het niet verstandig zou zijn, nu er nog
geen zekerheid is dat het tarief kostprijsdekkend is, het tarief toch
maar iets op te trekken tot bijvoorbeeld 2, 50. Dit is nog beneden
het normale tarief en men komt toch iets meer uit de kosten.
De heer KROON zegt destijds volkomen achter het voorstel te heb
ben gestaan en hij staat er nog achter om de mensa voort te zetten.
Middenin het schooljaar begonnen zijnde moet echter nu worden ge
probeerd de nieuw aankomende leerlingen en studenten aan te trek
ken. De proef is zeer belangrijk te achten, destijds heeft hij dit ook
reeds gezegd.
De heer van der Werff heeft gesproken over de voedingsmethode die
voor deze jonge mensen van zeer groot belang is; dit onderschrijft
spreker volkomen. Wat hij niet onderschrijft is datgene wat de heer
van der Werff heeft gezegd over de uitbreiding van de commissie.
De bedoeling schijnt te zijn - en het staat ook heel duidelijk in het
voorstel - de begeleidingscommissie uit te breiden met een aantal
docenten van diverse scholen. Dit houdt in dat er op deze scholen
wel degelijk meer propaganda zal worden gemaakt en daarom is die
uitbreiding toch wel van belang te achten.
Niet zo gelukkig is spreker met de derde alinea van het voorstel, als
zou men werkelijk voornemens zijn tijdens de kennismakingsweken
de eerstejaarsstudenten te verplichten van de mensa gebruik te ma
ken. Hij zou het enigszins anders willen lezen, het is misschien meer