539 18 JULI 1968 te zeggen, spreker stelt zich echter voor dat men op het einde van het jaar de cijfers zou moeten kunnen krijgen. De VOORZITTER zegt dat van het verzoek van de heer Quadekker kennis is genomen, het verzoek wordt vastgelegd; of het toegezegd kan worden kan van factoren afhankelijk zijn. Hij zou daarom willen zeg gen: beluister bij het college de bereidheid om het te doen, dat is bij na hetzelfde als een toezegging. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 37. AANLEG VAN EEN PARKEERGELEGENHEID LANGS DE NIEUWE PRINSENKADE. De heer MELZER kan niet zeggen erg gelukkig met dit voorstel te zijn. In de afdelingsvergadering heeft hij gevraagd of deze zaak in de verkeerscommissie was geweest. Toen was het antwoord bescheiden: "ja". Hij heeft ook gevraagd of de verkeerscommissie unaniem achter dit voorstel stond en dat werd ook met een bescheiden "ja" beantwoord. Nadien heeft spreker de mededeling ontvangen dat niet het voorliggend voorstel maar een algemene beschouwing over de betreffende verkeers moeilijkheden bij de Gasbrug onderwerp is geweest. In de vorige ver gadering van de raad is dit voorstel op verzoek van zijn fractiegenoot, de heer van Werkhooven, aangehouden, waarbij het verzoek was om het alsnog in de verkeerscommissie te behandelen. Het spijt spreker werkelijk dat dit niet is gebeurd. Wat is er nu aan de hand? Er zijn op het punt waar het parkeerterrein is geprojecteerd twee belangrijke be drijven op het gebied van groothandel en dienstverlening gevestigd. Dit zijn sectoren waar men in Breda juist zo'n behoefte aan heeft. Met aanname van dit plan wordt het bestaan voor deze zaken bijzon der moeilijk gemaakt. Het ene bedrijf krijgt regelmatig bezoek van een vrachtwagencombinatie van 18 meter lengte, het andere bedrijf verwerkt per dag 300 auto's, waarvan een groot gedeelte bestaat uit vrachtwagens en bestelwagens. Deze beide bedrijven zijn thans gele gen aan de openbare weg; met het voorstel gaat dit verloren, zij wor den dan omsloten door een parkeerterrein met een plantsoen erom heen en zij komen in de grootste moeilijkheden. Iedereen weet dat de aan leg van ieder parkeerterrein langparkeerders aantrekt. Zoals het terrein is geprojecteerd, worden de auto's haaks op de trottoirband opgesteld; hierdoor worden de bedrijven wel in bijzonder grote moeilijkheden ge bracht. Spreker wil daarom voorstellen dit voorstel nog eens terug te nemen en het nog eens te bekijken, zo urgent is de aanleg niet. De heer VAN CAULIL zegt dat in de afdeling voor openbare wer ken duidelijk is gemaakt dat de bereikbaarheid van deze bedrijven wel degelijk zou blijven. Wanneer het juist is wat de heer Melzer stelt, dan liggen de kaarten wel heel anders. Er is heel duidelijk en concreet ge steld dat de bereikbaarheid van deze bedrijven helemaal niet in het geding was, want die bleven bereikbaar door de parallelweg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 565