550 15 AUGUSTUS 1968 grafische dienst inzake het functioneren van de centrale wijkvoorzie- ning met de toelichting dinsdag j.l. ontvangen heeft» Na lezing van dit rapport zijn er bij hem over belangrijke zaken toch wel enige vragen gerezen, daarom zou hij het bijzonder op prijs stellen indien burgemeester en wethouders dit rapport in de volgende raadsvergade ring aan de orde zou willen stellen. :-in De heer SPANJER zegt dat zijn fractie verheugd is dat dit rapport verschenen is en hij is van mening, dat wanneer men de klachten en kwalen wil bestrijden het nodig is om een goed onderzoek in te stel len. Hij neemt aan dat wanneer het onderzoek eenmaal klaar zal zijn de raad hierover zal horen. Dit heeft spreker destijds uit de woorden van wethouder Gielen begrepen. Wethouder GIELEN deelt naar aanleiding van de opmerking van de heer Melzer, dat het rapport pas dinsdag of woensdag is ontvan gen en dat men dus geen gelegenheid heeft gehad het te bestuderen, mede dat dit rapport reeds vanaf vorige week donderdag voor de raadslieden ter inzage heeft gelegen. Naderhand hebben burgemees ter en wethouders het beter gevonden het rapport ook toe te zenden. De beslissing of de behandeling van het rapport moet worden aange houden laat spreker gaarne aan de voorzitter over. De VOORZITTER is van mening, dat het thans geagendeerde rap port van de sociografische dienst eigenlijk maar een deelrapport is en slechts een deel bevat van de over de wijkverwarming bestaande pro blemen. Hij gelooft dat het nuttig is dit rapport thans voor kennisge ving aan te nemen. Dit neemt echter niet weg dat vroeg of laat de gelegenheid komt over deze zaak te spreken. Over een dergelijk belangrijk onderwerp mag hierover geen twijfel bestaan. Om in de gemeenteraad over dit onderwerp een goed gesprek te krijgen moet naar zijn mening het onderzoek afgerond zijn en tevoren in de ver gadering van/burgemeester en wethouders besproken zijn. Dit zou hij gaarne aan de wethouder willen overlaten. Wethouder GIELEN vervolgt dat het inderdaad de bedoeling is ge weest de gemeenteraad in te lichten over de stand van zaken wat er op dit moment aan deze zaak gebeurt. Er zal nog een nieuw onder zoek geschieden zodra de wijkverwarming weer een tijd heeft gebrand» In theorie begint het stookseizoen op 1 oktober. De heer MELZER wijst erop, dat het nieuwe stookseizoen met rasse schreden nadert. Na lezing van dit rapport is bij hem van zijn onge rustheid niets weggenomen. Er is geen of onvoldoende aandacht be steed aan bepaalde punten, die naar zijn oordeel juist bijzonder be langrijk zijn. Spreker staat erop dat de raad op zo kort mogelijke ter mijn de gelegenheid krijgt dit stuk nader in discussie te nemen. De VOORZITTER deelt mede, dat dit stuk de volgende of daarop volgende keer weer op de agenda moet worden geplaatst. Hij advi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 576