15 AUGUSTUS 1968
556
VRAAG.
De heer QUADEKKER deelt mede, dat hij een paar dagen geleden
een publikatie in de krant gezien heeft, die handelde over de kwar
taalrapporten juli/september en oktober/december 1967 van de socio
grafische dienst. Thuis kon hij deze rapporten niet vinden en thans
liggen zij op de tafel van de raadsleden.
Spreker vraagt of het niet juister is indien de raadsleden tegelijk of
voor de pers deze rapporten toegezonden krijgen.
Vervolgens vraagt hij burgemeester en wethouders op pagina VI aan
het einde van hoofdstuk I van het rapport de woorden "buiten de ge
meente" te laten toevoegen. Deze wijsheid heeft hij geput uit pagina
14 van het rapport.
Tenslotte deelt spreker mede, dat op pagina 11 de uitdrukking voor
komt "eenlépenden". Worden hiermede alleenstaanden bedoeld of
moeten zij lópenden" genoemd worden, omdat zij in beweging zijn?
Het is immers een artikel dat over verhuizen handelt.
ANTWOORD.
Wij zijn eveneens van oordeel, dat het juister is de kwartaalrapporten
toe te zenden aan de leden van de raad. Voortaan zullen deze worden
toegezonden aan de huisadressen van de raadsleden.
De zin en betrok 32% een eigen woning" aan het eind van de
3e alinea op pagina VI is inderdaad niet juist en dient gewijzigd te
worden in en betrok 32% een woning buiten de gemeente". Een
erratum zal U inmiddels hebben bereikt.
Met "alleenstaande" wordt bedoeld elke afzonderlijk levende persoon,
die alleen een woning bewoont of in een woning een kamer heeft ge
huurd. Het begrip "eenlopende" heeft betrekking op een migrerende
eenheid, bestaande uit één persoon. Dit ter onderscheiding van mi
grerende gezinnen.
ANTWOORDEN DOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOEGEZEGD.
Toezegging bij begrotingsbehandeling 1968 ten aanzien van uniforme
ring vastrechttarieven wijkverwarming.
ANTWOORD.
Uniformering van de vastrechttarieven voor de centrale wijkverwar
ming in de zin van een vast bedrag per eenheid geïnstalleerde capa
citeit, wordt nagestreefd.
Aangezien de voortgang van de woningbouw is achtergebleven bij de
oorspronkelijke planning zijn de betreffende wijken nog te weinig
uitgebouwd om ten aanzien van deze uniformering momenteel iets te
kunnen ondernemen. Het aantal aansluitingen op de centrale wijkver-
