559
15 AUGUSTUS 1968
len aanbrengen in de instructie voor deze ambtenaren en stelt voor
om in artikel 17, punt 1, tussen de woorden "overleg" en "rapport"
in de 2e regel het woord "onverwijld" te plaatsen. Vervolgens stelt
hij voor om van punt 2 punt 3 te maken en een punt 2 tussen te voe
gen luidende als volgt: "het hoofd van bouw- en woningtoezicht geeft
"aan de hand van het in artikel 17, punt 1, bedoelde rapport schrifte-
"lijk kennis aan de eigenaar van het bouwwerk van de te "treffen maat-
"regelen, die naar het inzicht van de ambtenaar noodzakelijk zijn om
"tot een bevredigende toestand te geraken".
De eigenaar weet dan wat hij heeft te doen alvorens hij van burge
meester en wethouders een aanschrijving ontvangt met de mededeling
dat bepaalde maatregelen zullen worden ten uitvoer gebracht.
Wethouder VERMEULEN deelt mede, dat de thans voorliggende
instructie in de vergadering van de afdeling voor openbare werken is
besproken en dat de afdeling er unaniem mede akkoord is gegaan.
Dit wil niet zeggen dat door de heer van Banning daarop geen correc
ties mogen worden voorgesteld. Vanwege de nuttigheid van de discus
sie, alsmede in het belang van de ambtenaar zou hij de heer van
Banning willen voorstellen of hij zo vriendelijk zou willen zijn zijn voor
gestelde wijzigingen bij burgemeester en wethouders schriftelijk in te
dienen. Dan kunnen burgemeester en wethouders intern overleg plegen of de
voorgestelde wijzigingen naar hun oordeel ook verbeteringen zijn.
In afwachting hiervan zou spreker willen voorstellen om de instructie
zoals zij thans voorligt aan te nemen, waarbij hij toezegt dat zo bur
gemeester en wethouders de gedane voorstellen zouden accepteren,
wijzigingen aan de raad zullen worden voorgesteld.
De VOORZITTER noemt dit een bijzonder juist standpunt. Burge
meester en wethouders kunnen de tekst dan bestuderen en zo zij met
de wijzigingen akkoord gaan een wijzigingsvoorstel aan de gemeente
raad doen.
De heer WOESTENBERG wil, zo het hem gegund is, iets zeggen
over het agendapunt: "ingekomen stukken". Hij kan namelijk nooit
eerder dan omstreeks half acht ter vergadering zijn, omdat hij in de
particuliere sector werkzaam is. Spreker mist nogal wat ingekomen
stukken zoals bijvoorbeeld de gedrukte notulen van een bepaalde da
tum.
De VOORZITTER wijst erop, dat in alle redelijkheid gezegd mag
worden dat dit opmerkingen zijn die niet bij agendapunt 9 thuishoren.
Dit zijn onderwerpen die bij de rondvraag aan de orde kunnen worden
gesteld. Spreker geeft de heer Woestenberg dan gaarne de gelegenheid
daartoe.
De heer WOESTENBERG vraagt nog even te mogen opmerken.